Panda’s Ouwehands mogen naar buiten
Reuzenpanda’s Wu Wen (vrouwtje) en Xing Ya (mannetje) zijn vanaf dinsdag 30 mei te zien in Ouwehands Dierenpark. De pandaberen uit China arriveerden op 12 april in de Rhenense dierentuin, maar moesten eerst in quarantaine en uitrusten van de reis. Volgens de dierentuin gaat het heel goed met de dieren.
De Chinese ambassadeur in Nederland, Wu Ken, opent samen met dierentuineigenaar Marcel Boekhoorn de deuren van Pandasia, het speciaal voor de panda’s gebouwde verblijf. Dit leefgebied van 9000 vierkante meter is onder streng Chinees toezicht en deels door Chinese bouwvakkers gebouwd. De bouw kostte ruim 7 miljoen euro. In Pandasia zijn behalve de twee reuzenpanda’s ook kleine panda’s en muntjaks te zien.
Ouwehands heeft Wu Wen en Xing Ya voor vijftien jaar te leen van China. De dierentuin betaalt daar een miljoen euro per jaar voor. Dat geld wordt gebruikt voor het beschermen van wilde panda’s in China. Het gaat de laatste jaren beter, maar de reuzenpanda geldt nog steeds als een kwetsbare diersoort.
Wu Wen en Xing Ya wonen apart van elkaar in het pandaverblijf. Panda’s hebben geen behoefte aan soortgenoten, behalve op de drie dagen per jaar dat het vrouwtje vruchtbaar is. Ouwehands hoopt op nakomelingen. Als dat gebeurt mogen de jonge panda’s enkele jaren bij hun moeder blijven. Daarna gaan de kleintjes naar het pandaopvangcentrum in China.
Vanaf 30 mei zijn kaartjes voor de dierentuin alleen nog vooraf en online te bestellen vanwege de verwachte grote belangstelling voor de dieren. De Rhenense dierentuin laat maximaal 10.000 bezoekers per dag toe. Die moeten grotendeels buiten Rhenen parkeren en kunnen dan met een pendelbus naar Ouwehands.