Op de groslijst met debatten voor volgende week –de laatste vergaderweek voor het verkiezingsreces– komt het onderwerp niet voor.

Premier Rutte slaagde er halverwege december vorig jaar in om steun te verwerven bij alle andere EU-lidstaten voor een juridisch bindende verklaring bij het verdrag. Daarin werd tegemoetgekomen aan de zorgen van mensen die bij het referendum in april vorig jaar tegen het verdrag hebben gestemd.

Het kabinet verwachtte destijds mogelijk nog voor de verkiezingen de Kamer te kunnen vragen het associatieverdrag alsnog goed te keuren. Dat komt er dus voorlopig niet meer van. Overigens moet, nadat de Tweede Kamer akkoord is gegaan, ook de Eerste Kamer er nog mee instemmen. Pas daarna kan het verdrag in werking treden.

Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) stuurde de Kamer maandag nog wel antwoorden toe op vragen die verschillende fracties hadden gesteld over het verdrag en de bijbehorende verklaring. De ChristenUnie had hem bijvoorbeeld gevraagd om te reageren op de uitspraak van de Oekraïense president Porosjenko dat het niet lang meer zal duren voordat Oekraïne aan de criteria voldoet om lid te kunnen worden van de Europese Unie.

Die uitspraak doet niets af aan de inhoud van de verklaring bij het verdrag, meent Koenders. In die bijsluiter staat dat het verdrag geen opstapje is naar een EU-lidmaatschap van Oekraïne.