Nederlander blijft steeds langer arm
Het aantal huishoudens dat vier jaar of langer van een inkomen onder de armoedegrens moest rondkomen nam in 2015 toe met 27.000 tot 221.000. Het totaal aantal huishoudens met een inkomen onder de armoedegrens is in 2015 nagenoeg gelijk gebleven. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe, herziene cijfers. Inkomensgegevens van 2016 zijn nog niet bekend.
De lage-inkomensgrens zoals de armoedegrens officieel heet, lag in 2015 op 1030 euro per maand voor een alleenstaande en op 1930 euro voor een echtpaar met twee kinderen.
Van de ruim 7 miljoen huishoudens in 2015 moesten 626.000 huishoudens rondkomen van een inkomen onder de lage inkomensgrens, zo becijfert het CBS.
Eenoudergezinnen met minderjarige kinderen hebben het vaakst te maken met risico op armoede. Ruim een kwart van de eenoudergezinnen moest in 2015 rondkomen van een laag inkomen, minder dan voorgaande jaren. De daling kan deels worden verklaard door de verhoging van het kindgebonden budget voor alleenstaande ouders in 2015, waardoor de koopkracht van alleenstaande ouders met betaald werk toenam.
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken (PvdA) reageerde woensdag op de cijfers. „In 2015 is het aantal mensen met een laag inkomen gelijk gebleven. Gelukkig wijzen alle ramingen op een daling van de armoede in 2016 en 2017 door economisch herstel en maatregelen van het kabinet. Omdat de extra aandacht voor lage inkomens hard nodig blijft, trekt het kabinet hier sinds 2016 elk jaar ruim een miljard extra voor uit. Daarnaast stelt het kabinet vanaf 2017 structureel 100 miljoen euro extra beschikbaar om armoede onder kinderen tegen te gaan.”