Dat schreef hij woensdagmorgen aan de Tweede Kamer.

Volgens Dekker zijn de eisen om door te stromen nu te vaak onduidelijk. Bovendien zijn die eisen per school verschillend. Ook ziet hij te veel drempels die leerlingen ervan kunnen weerhouden het beste uit zichzelf te halen. Het stellen van extra eisen aan de leerling vindt Dekker de omgekeerde wereld.

Scholen stellen nu uiteenlopende eisen aan vmbo’ers. Zo vragen ze om gemiddeld minimaal een 6,8 op de eindcijferlijst, een motivatiebrief of een aanbeveling van een mentor.

Reden is dat het onderwijsprogramma op het vmbo (gemengde leerweg/theoretische leerweg) niet goed aansluit bij dat op het havo. Leerlingen die bijvoorbeeld van vmbo zorg en welzijn overstappen naar havo natuur en gezondheid missen het vak scheikunde.

Leerlingen die in schooljaar 2019-2020 overstappen van het vmbo naar het havo moeten van de nieuwe wet gebruik kunnen gaan maken.

In de tussentijd gaat Dekker scholen vragen om nu al een zevende vak aan te bieden aan leerlingen die willen doorstromen naar het havo. Het vmbo telt zes vakken, maar een havist heeft er zeven.

Een Kamermeerderheid had de staatssecretaris opgedragen het doorstroomrecht in te voeren. Dekker voelde er aanvankelijk weinig voor, omdat de aansluiting niet goed geregeld zou zijn en hij vreesde dat meer vmbo’ers dan boven hun macht zouden grijpen.

De bewindsman maakt ook een einde aan het verbod op zittenblijven dat sommige scholen instellen voor havoleerlingen met een vmbo-diploma. Daardoor kunnen ze van school worden gestuurd.