Reformatorische internaten stappen samen aan boord
De drie reformatorische schippersinternaten slaan de handen ineen. „Een uitdaging.” Zes jaar geleden leed een poging tot samenwerking nog schipbreuk.
De internaten voor schipperskinderen in Dordrecht (Eben-Haëzer), Krimpen (De Driemaster) en Werkendam (De Merwede) onderzoeken de haalbaarheid van een „vergaande samenwerking of fusie”, zo werd eind vorige week bekend. Eben-Haëzer en De Driemaster fuseerden begin 2010 al onder de naam Limena (Veilige haven). Werkendam koos er destijds voor een zelfstandige koers te varen.
Limena-directeur Wichard van Vliet (60) –dik dertig jaar in het vak– is enthousiast over de gesprekken. „Het moet lukken.”
Waarom nu samenwerking?
„De tijd is nu rijp. Het aantal kinderen op de internaten loopt terug, ook al groeit Dordrecht licht. De besturen van de internaten hebben gezegd: „Moeten we niet eens om de tafel gaan zitten?” Ook omdat bureau Berenschot in opdracht van het ministerie onderzoek doet naar de bekostiging van internaten. Het ministerie wil weten of geld doelmatig is besteed.”
Zes jaar geleden is eenzelfde fusiepoging niet gelukt. Hoe komt dat?
„Werkendam zat in 2010 meer op de lijn van zelfstandigheid. Het kinderaantal nam nog toe, de toekomst leek rooskleurig. Inmiddels daalt ook daar het aantal kinderen. Werkendam heeft destijds de boot afgehouden, maar nu heeft het het initiatief genomen.”
Waardoor loopt het aantal kinderen op de internaten zo sterk terug?
„Daar zijn drie redenen voor. Tien, vijftien jaar geleden was het vanzelfsprekend voor schippers om kinderen naar een internaat te doen. Gezinnen kijken nu veel vaker naar alternatieven. Bijvoorbeeld door het bedrijf stil te leggen. Of door vader te laten varen en moeder aan de wal de kinderen te laten opvoeden. Bovendien worden gezinnen in reformatorische kring kleiner. Heel grote gezinnen zie je niet meer.”
Hoe sterk is de terugloop?
„Dertig jaar geleden, in 1985, telde Nederland 3200 kinderen in schippersinternaten. Nu zijn dat er nog 680. Het aantal reformatorische schipperskinderen was in 1985 pakweg 250, nu zijn dat er 330. Een aparte ontwikkeling. Kennelijk kiest de reformatorische gezindte meer voor traditionele beroepen.”
Het blijft een vak apart, dat varen.
„Het is een mooi vak, met veel vrijheid. Maar ook hard werken. Tijdens de crisis in 2008 heeft veel schippers het water aan de lippen gestaan. De situatie stabiliseert zich nu. Het volume trekt aan, de prijs kan nog wat beter.”
Wat betekent samenwerking voor de identiteit?
„Wij verwachten geen wijziging. Alle drie werken vanuit dezelfde reformatorische grondslag.”
Toch bestaan er tussen dezelfde organisaties soms grote cultuurverschillen.
„Die zijn er inderdaad, al zijn die lastig te duiden. Het kost altijd even tijd om eigen tradities onderling af te stemmen. Dordrecht viert Kerst bijvoorbeeld centraal, Krimpen niet. Verschillen spelen geen fundamentale rol van betekenis in de huidige gesprekken. Elke locatie moet z’n eigenheid kunnen behouden.”
Wat is de meerwaarde van fusie?
„We verwachten enige kostenbesparing, maar geen grote bedragen. Je moet nuchter zijn. Met drie locaties wordt het wel gemakkelijker om personeel uit te wisselen. Overplaatsing is echter op voorhand niet aan de orde.”
Waar komt de hoofdvestiging?
„Dat kan nog een leuke discussie worden. Limena zit in Krimpen. Werkendam zou nu eventueel ook de hoofdvestiging kunnen worden. Voor de hand ligt dat niet, maar ik sluit niets uit.”
De RMU stelt voor dat u, met dalende kinderaantallen, in de kinderopvang stapt.
„Wij zijn daar al creatief mee bezig. Sinds deze week huurt het Landelijk Overleg Varende Kinderen, het LOVK, een aantal ruimtes in Krimpen. Reguliere kinderopvang is lastiger, omdat daar gemeentelijke financiering mee is gemoeid.”
Kan de fusie nog het schip in gaan?
„Pf… Ik zeg met enige voorzichtigheid: Dat zou kunnen, maar ik acht de kans klein. Er is goed overleg. Het zou merkwaardig zijn als het niet zou lukken.”
Spannend?
„Het is een leuke uitdaging. Ik ken het samenwerkingsproces van zes jaar geleden uit ervaring. Een fusie kost tijd, maar geeft ook een plezierige dynamiek. We kijken nog altijd dankbaar terug op de fusie tussen Dordrecht en Krimpen.”