Het kabinet heeft tijdens de crisis al vroeg noodsteun geregeld in de vorm van regelingen met de namen NOW, TOGS en TVL. Ook heeft de minister van OCW sectorspecifieke steun toegezegd. In totaal gaat het tot 1 juli 2021 om zo’n 1,5 miljard euro. Toch komt het geld niet altijd daar terecht waarvoor het bedoeld is, stelt de Museumvereniging.

Dit komt volgens de vereniging onder meer doordat de uitvoeringen van verschillende noodsteunmaatregelen elkaar soms in de weg zitten. „Een voorbeeld: als een gemeente noodsteun geeft aan een museum dan wordt die steun vervolgens verrekend met de NOW en komt zo ten goede aan het Rijk. Daardoor kan een museum soms zelfs slechter af zijn dan zónder die gemeentelijke steun.”

Volgens de Museumvereniging weerhoudt dit gemeenten van het verlenen van noodsteun aan culturele organisaties, ook bijvoorbeeld in de vorm van het verlagen van belastingen of huurgelden. Dit terwijl het kabinet juist extra geld voor gemeenten beschikbaar heeft gesteld om musea en andere culturele organisaties te ondersteunen. „Deze constructie heeft alleen zin als dit geld daadwerkelijk concreet geoormerkt wordt voor cultuur”, aldus de vereniging, die daarom kabinet en kamer oproept daar nog eens goed naar te kijken.

Overigens ontvangt zo’n 10 procent van de musea geen enkele noodsteun. Het zou dan vooral gaan om privémusea.