Nu maken dertig grote gemeenten, de zogeheten G30, gebruik van de regelingen en het geld voor het grotestedenbeleid. Dat is bedoeld om bijvoorbeeld wijken op te knappen en de veiligheid te vergroten.

Sittard–Geleen valt er net buiten. De gemeente heeft de afgelopen tijd een lobby gevoerd om erbij te mogen horen. Een meerderheid van de Kamer toonde zich daar woensdag gevoelig voor. Alleen LPF en D66 weigerden te pleiten voor uitbreiding van de G30 met deze gemeente.

Eerdmans (LPF) zou het liefst helemaal van het grotestedenbeleid afwillen, maar hij wil het in elk geval beperken tot de vier grote steden, de G4. Nu gaat het namelijk ook over glastuinbouw in Emmen en een basisschool in Eindhoven, en dat is volgens de LPF’er onterecht. „We doen net alsof het in Deventer net zo erg is als in de Tarwewijk." De Tarwewijk ligt in Rotterdam. Dittrich (D66) vreest dat het grotestedenbeleid zich tegen zichzelf gaat keren als steeds meer steden hetzelfde geld moeten gaan delen.

Volgens De Graaf kunnen de afspraken die met de G30 voor vijf jaar zijn gemaakt, niet zomaar worden opengebroken om er een, twee of drie gemeenten aan toe te voegen. Er is geen extra geld voor, en de bewindsman vindt dat hij de G30 niet kan vragen om hetzelfde te doen met minder geld. Wel zegde hij toe dat gemeenten zoals Sittard–Geleen gebruik kunnen maken van de infrastructuur van het grotestedenbeleid, zoals een kenniscentrum en zogeheten expert teams.

PvdA en GroenLinks verzetten zich tegen het plan om een inkomenseis van 120 procent van het minimumloon te stellen aan mensen die in slechte wijken willen komen wonen. De rest van de Kamer heeft daar minder moeite mee, al verbindt de SP er wel eisen aan. Die partij vindt dat er elders in de stad voldoende woningen moeten zijn voor armere mensen.