RMU-webinar: christen in or mag soms best op z’n strepen staan
Een christen kan met een gerust hart lid zijn van een ondernemingsraad (or). Hij ondermijnt daarmee het gezag van de werkgever niet. Dat benadrukten zowel dominee W.A. Zondag als professor A. Huijgen dinsdag tijdens een door vakorganisatie RMU georganiseerde webinar.
Onder leiding van RMU-voorzitter Jan Kloosterman kregen de predikant van de Gereformeerde Gemeenten en de hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn drie stellingen voorgelegd. Het kijkende publiek kon via een livechat vragen stellen.
Kan een christelijk or-lid zijn functie niet beter neerleggen als hij bijvoorbeeld als enige een staking van het personeel niet ziet zitten? Prof. Huijgen beaamt dat dit een ongemakkelijk gevoel kan geven, maar hij ziet zeker geen principiële bezwaren om desondanks in de or te blijven functioneren. Ds. Zondag vindt zelfs dat een christen zijn verantwoordelijkheid moet nemen en er niet zomaar het bijltje bij neer moet leggen. „Een wethouder van SGP- of CU-huize stapt ook niet meteen op als een college een voorstel doorvoert waar hij principiële bezwaren tegen heeft”, aldus de predikant.
Als het aankomt op gewetenskwesties, zoals het al dan niet werken op zondag, onderstreept Huijgen het belang van de eigen verantwoordelijkheid. De hoogleraar vindt het juist mooi dat er onder christenen verschillend kan worden gedacht over bepaalde thema’s. „Dat laat zien dat christenen over heel veel dingen gewoon zelf durven na te denken.”
Harmonie
Beide sprekers vinden het belangrijk dat een or in goede harmonie samenwerkt met de leiding van een bedrijf of organisatie. Ds. Zondag haalde het voorbeeld aan van een or van een verpleeginstelling die regelmatig naar de rechter stapte om een geschil met het bestuur uit te vechten. Dat zorgde volgens hem voor een merkbaar negatieve sfeer. Met een goede verstandhouding is de hele organisatie gebaat. Prof. Huijgen sloot zich daarbij aan: „Je moet het dak repareren voordat het lekt.”
Toch zijn er tal van situaties denkbaar waarin een or er met het bestuur niet uitkomt. Het inschakelen van een derde partij, die met een neutrale blik naar de situatie kijkt, kan volgens ds. Zondag helpen. Hij constateert dat dit nu nog te weinig gebeurt. „Net als bij een huwelijk kan het soms verstandig zijn om er een deskundige bij te halen.” Ook prof. Huijgen vindt het verstandig om bij een patstelling een derde partij in te schakelen.
Gezag
Als een or op z’n strepen gaat staan om werknemers te beschermen tegen een te grote inbreuk op hun privacyrechten –bijvoorbeeld als camera’s worden ophangen– gaat dat niet per definitie in tegen het gezag van de werkgever, meent ds. Zondag. „Als de or goede argumenten heeft, heeft hij volgens de wet het recht om dat te doen. Daar is niets mis mee.”
Prof. Huijgen ziet dat reformatorische werknemers zich vroeger vaak gedeisd hielden om maar niet te tornen aan het gezag van de werkgever. Volgens hem gebeurt dat nu een stuk minder. Daar is hij blij mee. „Wie te snel de gezagskaart trekt, kan onrechtvaardigheid in de hand werken.”