Hagenaars vervolgd na gasexplosie
Het openbaar ministerie brengt twee verdachten van de gasexplosie in de Herman Costerstraat in Den Haag voor de rechter.
Het gaat om de eigenares (40) van de juwelierszaak waar de explosie gebeurde en haar 41-jarige man, zei advocaat M. van Stratum dinsdag.
Op 28 juni 2003 raakten zestien mensen gewond door een zware explosie in de kelder van het winkelpand, dat naast de Haagse Markt is gelegen. Door de klap zakten de vloeren van de begane grond en de eerste verdieping in.
De verdachten moeten zich op 15 november voor de rechtbank verantwoorden wegens het opzettelijk veroorzaken van de explosie. Volgens Van Stratum, de advocaat van de verdachte man, neemt de rechter dan een beslissing over verzoeken om nieuw onderzoek en om extra getuigenverhoren.
Het OM gaat de twee vervolgen omdat ze de algemene veiligheid van goederen en personen in gevaar hebben gebracht. Ook hebben ze nagelaten de gemeente te melden dat in de kelder van het pand een goudsmederij was gevestigd. Daarnaast worden ze ervan verdacht in het pand illegalen te hebben laten werken.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft vastgesteld dat vlak voor de ontploffing goud werd gesmolten met een brander die was aangesloten op een met propaangas gevulde gasfles. Hierbij kwam gas vrij, waardoor de boel explodeerde.
Een snackbar, twee naastgelegen winkels en vier bovenwoningen raakten ernstig beschadigd. Acht mensen raakten zwaargewond, acht anderen liepen lichtere kwetsuren op. Onder de zwaargewonden was ook de eigenares van de winkel.
Zij lag maanden in het ziekenhuis met diverse gebroken rugwervels en een aantal andere botbreuken en snijwonden. De man bleef ongedeerd.