„Besluitvorming antiracisme-demonstratie op 1 juni was slordig”
De besluitvorming voor en tijdens de antiracisme-demonstratie op 1 juni op de Dam in Amsterdam was slordig. De Amsterdamse driehoek van burgemeester, politie en openbaar ministerie heeft niet als een overlegorgaan gefunctioneerd.
Dat bleek woensdag uit een onafhankelijk onderzoek dat burgemeester Femke Halsema heeft laten uitvoeren.
Op de demonstratie tijdens de coronacrisis kwamen meer dan tienduizend mensen af. In het onderzoek worden zogeheten faalfactoren besproken, die onder net andere omstandigheden tot een groter incident hadden kunnen leiden.
De onderzoekers stellen dat er sprake was van een slordig proces, omdat betrokkenen achteraf moesten bediscussiëren hoe de besluitvorming over de handhaving is verlopen. „De demonstratie gaf aanleiding tot een mate van improvisatie op het bestuurlijke niveau die onnodig zou moeten zijn en die tot slordigheden leidde”, schrijven de onderzoekers. Ook het communiceren per WhatsApp zorgde voor onduidelijkheid.
Bevoegdheid
Verder werd de driehoek niet benut als een strategisch orgaan dat met elkaar mogelijke scenario’s verkend. Zo namen de burgemeester en de politie tijdens de demonstratie enkele kritieke besluiten zonder advies van anderen in te winnen, terwijl zij niet de bevoegdheid hadden om te bepalen dat er niet gehandhaafd zou worden op de 1,5 meter. „Het OM heeft dit laten gebeuren”, aldus de onderzoekers.
Mediastorm
Halsema is blij met het onderzoek. „Wij herkennen ons in het gepresenteerde feitenrelaas over de voorbereiding, het verloop van de demonstratie en de mediastorm die na afloop ontstond. Ook herkennen wij ons in de lessen en omarmen de aanbevelingen”, schrijft ze mede namens de hoofdcommissaris van politie en de hoofdofficier van justitie aan de gemeenteraad.