„Geen docent hoeft vieze dvd’s te kijken”
„We mogen kinderen nooit bewust en doelgericht confronteren met zondige en verleidelijke zaken zelf. Je hoeft toch niet álles gezien te hebben om te weten wat zich precies afspeelt?”
Dat stelde directeur G. R. van Leeuwen, directeur van de Eben-Haëzerschool en de Rehobothschool in Opheusden, zaterdag tijdens de najaarscontactdag van de lerarenvereniging KLS. In de aula van hogeschool de Driestar dachten enige tientallen aanwezigen na over het thema ”Begeleide confrontatie. Tussen noodzaak en begrenzing”.
Directievoorzitter dr. W. Fieret van het Van Lodensteincollege in Amersfoort weersprak in dat verband de mogelijke gedachte dat scholen leerlingen confronteren met moderne cultuuruitingen. „Wíj doen dat niet, maar de jongeren worden daarmee op straat of in de winkel geconfronteerd.” De directeur nam ook afstand van de „misvatting” dat scholen alleen maar oog voor begeleide confrontatie met de moderne cultuur hebben. „Een van de kerntaken van het onderwijs is jongelui te wijzen op de noodzaak van wedergeboorte en waarachtige bekering.”
Bij de methode van begeleide confrontatie staat de geloofwaardigheid van docenten centraal, zei Fieret. „Woorden en daden moeten met elkaar sporen. Een docent moet niet alleen hebben van de kring en van de wereld, maar moet ook soberheid kunnen betrachten in het aan de orde stellen van moderne cultuuruitingen. Wanneer je iets laat zien, mag het nooit leiden tot fascinatie.”
Voor Fieret blijft vaststaan dat scholen er niet aan ontkomen leerlingen begeleid te confronteren. „Het is onlosmakelijk verbonden met opvoeding en vorming. Wapening in onze postmoderne samenleving is een must. Niet te hooi en te gras, maar binnen bepaalde kaders, volgens afspraken waar goed over nagedacht is en uitgevoerd door mensen die het kunnen.”
Van Leeuwen onderstreepte in zijn coreferaat de noodzaak van begeleide confrontatie. „Als het goed is, worden argumenten aangereikt waarom we bepaalde zaken moeten weren, ja, sterker nog: moeten haten en vlieden. Als we begeleide confrontatie zo inkaderen, is tevens een brug geslagen naar degenen die de kinderen volledig van de wereld willen afschermen.”
Het is volgens de directeur van de twee basisscholen die uitgaan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland een groot gevaar bepaalde argumenten als bekend te veronderstellen. „Legt u nog uit wat onze traditie inhoudt? Traditie is niet het ophalen van herinneringen, maar het overbrengen van een vurige overtuiging.”
Van Leeuwen zei grote moeite te hebben met de visie van de Stichting Reformatorische Appèl (SRA), die jongerenavonden organiseert. Zij vindt dat de school bekeerde studenten dient af te leveren. De SRA spreekt over een Jezus die met uitgestrekte armen staat te wachten totdat de mens komt. Men spreekt over Christus als de meest geopenbaarde Persoon, terwijl Hij voor een aan zijn schuld ontdekte zondaar de meest verborgen Persoon is, Die moet worden geopenbaard.”
Ook zei de schooldirecteur ervan te zijn geschrokken dat in het kader van begeleide confrontatie op het Van Lodensteincollege videofragmenten van popconcerten en houseparty’s worden vertoond. „Het laten zien van zondige uitingen vindt direct aansluiting bij ons boze hart. Begeleide confrontatie moet van overwegend beschrijvende en analyserende aard zijn en niet van proevende aard.”
In de forumbespreking na de pauze waarschuwde Fieret met klem voor het neerzetten van een „oneerlijk beeld” van begeleide confrontatie. „Geen schoolbestuur geeft de docenten opdracht vieze dvd’s te bekijken. Laten we de zaak alstublieft serieus houden. Het gaat om het welzijn van onze jongelui. Bovendien laten we alleen korte fragmenten zien, die eerst zijn gescreend door de multimediacommissie.”
Forumlid E. Verwoerd, deputaat onderwijszaken van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, stelde dat scholen zich met de methode „op glad ijs begeven. Afstand houden is altijd de veiligste weg.”
Diverse aanwezigen zeiden huiverig te blijven voor de gevolgen van begeleide confrontatie. Bovendien plaatsten ze de discussie in een ander daglicht: de breedte van de gereformeerde gezindte en de reformatorische scholen. Een van de insprekers: „Onze jeugd wordt begeleid geconfronteerd met krachten van buiten onze gezindte die een aanslag proberen te plegen op ons en onze kinderen. Maar hoe gaan we om met hen die de jeugd op onze scholen voorhouden om Jezus maar aan te grijpen? Daar zijn onze kinderen niet tegen opgewassen.”