Van maart tot en met september waren er 67 procent minder vluchten, de CO2-uitstoot ging echter maar met 55 procent omlaag. Het verschil was het grootst in de maanden mei en juni. Toen werden er 85 procent minder vluchten geregistreerd, terwijl de uitstoot afnam met ‘slechts’ 64 procent; een verschil van 21 procentpunt.

Een belangrijke verklaring ervoor is dat het aantal vrachtvluchten ondanks de coronacrisis met 8 procent steeg. „Volledig tegen de trend van afnemende vraag naar luchtvervoer in”, zegt Bram Peerlings van NLR. Vooral het aantal vrachtvluchten naar Azië en Noord-Amerika nam toe.

Langdurige intercontinentale vluchten zijn vervuilender dan kortere vluchten. Daarnaast zijn vrachtvliegtuigen vaak minder modern dan passagiersvliegtuigen en stoten daarom relatief meer CO2 uit.

Volgens NLR laten de onderzoeksresultaten zien dat de milieu-impact van de luchtvaart minder is afgenomen dan mogelijk werd verwacht. Het vervangen van vliegtuigen uit de jaren 80 en 90 helpt volgens NLR wel iets aan het teruggaan van de uitstoot. Maar dat is „nog niet genoeg om aan internationale klimaatdoelen te voldoen”, aldus Martin Nagelsmit, binnen NLR betrokken bij duurzaamheid. NLR onderzoekt de mogelijkheden van de inzet van duurzame brandstoffen, hybride-elektrische toestellen en vliegen op waterstof. Die kunnen „substantiëler aan deze doelstellingen bijdragen”, aldus het centrum.