Kerk & religie

Gereformeerde Gemeenten bieden vernieuwde handreiking Dordtse Kerkorde

De Gereformeerde Gemeenten hebben sinds kort een vernieuwde handreiking voor de toepassing van de Dordtse Kerkorde, in het bijzonder gericht op het kerkelijk appel- en tuchtrecht. De handreiking is door de laatste generale synode (2019) vastgesteld en nu in druk verschenen.

Mr. dr. P. T. Pel
9 October 2020 19:57Gewijzigd op 30 August 2022 15:28Leestijd 6 minuten
De Gereformeerde Gemeenten hebben sinds kort een vernieuwde handreiking voor de toepassing van de Dordtse Kerkorde. Foto: de gereformeerde gemeente in Aalburg. beeld RD, Anton Dommerholt
De Gereformeerde Gemeenten hebben sinds kort een vernieuwde handreiking voor de toepassing van de Dordtse Kerkorde. Foto: de gereformeerde gemeente in Aalburg. beeld RD, Anton Dommerholt

Vier eeuwen geleden werd na de Dordtse Leerregels ook de Dordtse Kerkenordening (DKO) vastgesteld. Dat is in 2019 op diverse manieren herdacht en aan de orde gekomen. De belangrijkste vorm is echter misschien wel die van de actualisering: de kerkorde –en breder: het gereformeerde kerkrecht– met behoud van de principiële uitgangspunten en hoofdlijnen ook in deze tijd toepasbaar laten zijn voor een goed kerkelijk samenleven.

De Gereformeerde Gemeenten zijn in die lijn al vele jaren bezig. In 1996 verschenen nog twee afzonderlijke kleine uitgaven: een handreiking bij de kerkelijke rechtspraak en een beknopte toelichting bij verschillende artikelen in de DKO die voor de kerkelijke rechtspraak van belang zijn. Na de synode van 1998/1999 werden deze samengevoegd in de kerkelijke uitgave ”In orde”. Ruim acht jaar later kwam in opdracht van de synode van 2007 een nieuwe editie uit onder de titel ”In goede orde”. En nu verschijnt dan na twaalf jaar dankzij de synode van 2019 de nieuwste versie ”...en met orde”. De uitgave biedt een goede indruk van de actuele toepassing van het gereformeerd kerkrecht in deze kerkgemeenschap.

Met orde

Het zal duidelijk zijn dat de titel telkens is ontleend aan 1 Korinthe 14:40: „Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.” Daaruit spreekt direct de plaats van de kerkorde in gereformeerd perspectief: deze is een instrument, een hulpmiddel, dat erop is gericht om in de gemeente en het kerkverband het Evangelie tot zijn recht te laten komen. Geen ”law and order”, maar Schrift en kerkorde. Overigens was misschien de titel ”Met orde” wat handzamer geweest. Een half citaat, dat opent door enkele punten en het woordje ”en” is als titel niet zo gemakkelijk te hanteren.

De nieuwste uitgave getuigt van continuïteit. De eerdere bundels waren steeds gericht op de kerkelijke rechtspraak (1996 en 1998/1999) of kerkelijke rechtsgang (2007). Je proeft het zoeken naar de juiste woorden, want het ging niet strikt om wat wij ons toch vooral bij rechtspraak voorstellen, het voeren van een proces, conflictoplossing, de eigenlijke gedingvoering. Het ging breder om een zorgvuldige en rechtmatige toepassing van de eigen kerkelijke regels. Hoe worden de Bijbelse en kerkelijke principes in de kerkelijke praktijk op een verantwoorde manier ingezet en uitgevoerd?

Zo werd de focus gericht op allerlei aspecten rond de besluitvorming door de kerkenraden, het recht van appel (bezwaar en beroep) en de toepassing van de kerkelijke tucht. Denk alleen maar aan bekende zaken als hoor en wederhoor, goed onderzoek doen naar de feiten, onpartijdig oordelen, enzovoort. En dan is echt recht doen helemaal nog niet zo eenvoudig.

Deze onderdelen komen ook in de nieuwe uitgave weer terug met hoofdstukken over de door de synode vastgestelde appelregeling en de kerkelijke tucht. Het gaat, zo gezegd, om de vertaalslag van het bekende artikel 31 en 71-80 DKO naar de concrete probleemstellingen die zich kunnen voordoen in de kerk van nu. Vandaar ook de ondertitel: ”Handreiking bij Dordtse Kerkorde, appel en tucht”.

Maar er is ook sprake van een update die zich breder uitstrekt. In het boek is de complete tekst van de DKO opgenomen zoals die in herziene versie is vastgesteld door de synode van 2019.

”….en met orde” bevat dus de volledige officiële tekst van de Dordtse Kerkorde die nu van kracht is in het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten. Bij veel van de kerkordeartikelen is een korte toelichting, zonder synodaal gezag, door het deputaatschap kerkrecht toegevoegd. Het gaat hier om een beknopte verklaring, want het is natuurlijk onmogelijk om een uitgebreid kerkordecommentaar te leveren. Overigens zijn de herziening van de DKO en de appelregeling tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN).

Vergelijking van de nieuwe met de oude versie van de DKO toont aan dat sprake is van een aanzienlijke taalkundige vernieuwing. De artikelen hebben ook opschriften gekregen. Ook inhoudelijk zijn er stappen ondernomen om de kerkorde waar het moet bij de tijd te brengen. Dat is verstandig en kan nodeloze problemen voorkomen.

Een goed voorbeeld daarvan is artikel 6. Onder het moderne heldere opschrift ”Rechtspositie predikant” is hier nu opgenomen dat de rechtsverhouding tussen kerkenraad en dienaar des Woords een kerkelijke rechtsverhouding van geheel eigen aard is, die beheerst wordt door de bepalingen van het eigen kerkrecht. Was dit al eerder door de synode uitgesproken, nu heeft dit ook een plaats in de DKO zelf gekregen. De Gereformeerde Gemeenten volgen hiermee de lijn die ook in andere kerkgemeenschappen is gekozen. De gereformeerde ambtspositie van de predikant verdraagt zich niet met een werknemerschap volgens het burgerlijk arbeidsrecht, maar is een eigensoortige kerkelijke positie. Deze uitdrukkelijke keuze voor een eigen kerkelijke invulling is recent ook door de Hoge Raad in de burgerlijke rechtspraak bekrachtigd in de zaak ”NGK/Gort”.

Terzijde: des te merkwaardiger is het dat de ontwerpfusiekerkorde van GKV-NGK de bestaande helderheid weer prijsgeeft door alleen nog te spreken van „een eigen kerkelijk karakter”, maar de verwijzing naar het „eigen kerkelijk recht” achterwege laat.

Appelregeling

Een ander voorbeeld is de appelregeling. Deze voorziet nu in de aanwezigheid van een vaste voorbereidingscommissie in de classis ter versnelling van de behandeling van appelzaken. De periodieke samenstelling en werkwijze van de commissie zijn keurig omschreven. De commissie brengt een advies uit, zodat de beslissingsbevoegdheid bij de classis blijft berusten. Als de commissie onderkent dat er sprake is van spoed, kan zij adviseren tot versnelde bijeenkomst van de classis. We hoeven maar vanuit het recente verleden de naam ”Kruiningen” te noemen en we weten hoe belangrijk deze dingen kunnen zijn.

Taalkundig zou de actualisering nog gewoon door kunnen gaan. Artikel 65 spreekt nog steeds van de verboden ”lijkpredikaties”. Artikel 84 handelt over ”heerschappij voeren” in plaats van bijvoorbeeld ”heersen over” of ”overheersen”. Artikel 80 kent geen ”simonie” meer, maar noemt nog wel steeds als een van de tuchtwaardige zonden het aloude ”vechterij”. En zo is er meer. Dergelijke archaïsmen zijn niet nodig, maar doen eerder afbreuk aan de toegankelijkheid.

Afgezien hiervan is in zijn algemeenheid sprake van een belangrijke stap vooruit. De opstellers, onder wie de dit jaar zo plotseling overleden mr. dr. J. T. van den Berg, hebben goed werk verricht en daarbij ook merkbaar rekening gehouden met het feit dat het eigen kerkelijk recht in verhouding staat tot het omringende statelijk recht. Zo is er aan de ene kant de relatie Schrift en kerkorde en aan de andere kant de verhouding kerkorde en rechtsorde. Dit besef klinkt ook door in het korte hoofdstukje over de kerkorde als het ”eigen statuut”. Al met al getuigt deze uitgave van de inzet om het eigen kerkelijk recht op orde te hebben.

Meer over
Synode GG

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer