Vuurwerkbranche spant kort geding aan tegen de gemeente Rotterdam
De Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN), Stichting VuurwerkCheck en 15 Rotterdamse vuurwerkwinkeliers spannen samen een kort geding aan tegen de gemeente Rotterdam over het gemeentelijke vuurwerk-afsteekverbod.
Rotterdam is de eerste gemeente van Nederland waar een afsteekverbod voor het hele gemeentelijke gebied in de Algemene Plaatselijke Verordening (gemeentelijke regels) is opgenomen. Dit heeft grote gevolgen voor de Rotterdamse vuurwerkondernemers, aldus de organisaties.
De Rotterdamse gemeenteraad stemde in april in met een wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) waardoor een vuurwerkverbod mogelijk werd. Nadat enkele procedures zijn doorlopen waarbij de gemeente de bezwaren vanuit de vuurwerkbranche naast zich heeft gelegd, werd vrijdag besloten een kort geding aan te spannen. Het is nog niet bekend wanneer de zaak voor de rechter komt.
Volgens de BPN wordt de juridische haalbaarheid van een gemeentelijk afsteekverbod door velen in twijfel getrokken. De branche wil door de gang naar de rechter snel duidelijkheid krijgen over wat wel en niet mag. Dit om lokale willekeur en een lappendeken aan lokale regels over de mogelijkheid om wel of geen vuurwerk af te steken te voorkomen.
De branche heeft geen bezwaar tegen vuurwerkvrije zones. Maar „het volledig vuurwerkvrij verklaren van een gemeente doet geen recht aan het plezier van consumenten die wel op een goede manier omgaan met vuurwerk”, zegt BPN-voorzitter Marcel Teunissen. „Het feit dat een klein groepje raddraaiers het afsteken van vuurwerk voor alle inwoners van Rotterdam dreigt te verzieken, en de oplossing van de gemeente Rotterdam om, in plaats van een verbeterde handhaving, strengere controles en hardere straffen, een volledige stad vuurwerkvrij te verklaren, staan niet tot elkaar in verhouding.”
De gemeente Rotterdam wilde vrijdagmiddag niet reageren. „Het staat eenieder natuurlijk vrij om een zaak aan te spannen”, aldus een woordvoerder van burgemeester Ahmed Aboutaleb. „Maar we doen hier op dit moment geen inhoudelijke mededelingen over.”