Jos B. hoort strafeis in zaak Nicky Verstappen
Het Openbaar Ministerie formuleert donderdag de strafeis tegen Jos B. De 57-jarige Limburger wordt verdacht van het doden, misbruiken en ontvoeren van de 11-jarige Nicky Verstappen in 1998. B. heeft altijd ontkend dat hij iets met de dood van de jongen te maken heeft en verder zijn kaken op elkaar gehouden.
Na jaren te hebben gezwegen over de zaak, kwam B. aan het begin van de behandeling van de strafzaak met een videoverklaring. Hij erkende daarin dat hij Nicky had gevonden op de Brunssummerheide en zijn kleding had aangeraakt, maar de jongen zou toen al zijn overleden. Uit angst had B. - die een zedenverleden heeft - niets aan de politie durven te melden.
Het zal voor het OM ingewikkeld worden om de zaak rond te krijgen. B. wordt niet verdacht van moord maar van gekwalificeerde doodslag. De straffen voor beide delicten kunnen even hoog zijn, maar er is een belangrijk juridisch verschil. Moord is namelijk met een vooropgezet plan, gekwalificeerde doodslag is iemand doden om een ander misdrijf te verhullen. In deze zaak zal het dan gaan om seksueel misbruik.
Echter, daar zijn niet veel aanwijzingen voor. Deze week nog vertelde een deskundige in de rechtbank nauwelijks aanwijzingen voor misbruik te zien. Hoewel het DNA van B. op veel plekken op de kleding, waaronder de onderbroek, van Nicky zit, wil dat niet zeggen dat hij hem misbruikt heeft. Volgens advocaat Gerald Roethof heeft B. niets te maken met het verdwijnen, of met een mogelijk seksueel misbruik en het overlijden van Nicky. Hij zou Nicky alleen gevonden hebben.
De officier van justitie kondigde aan de hele dag nodig te hebben voor het requisitoir. Volgende week is het de beurt aan de advocaat van B. Wanneer de rechtbank uitspraak doet, is nog niet duidelijk.
De Limburgse jongen verdween tijdens een zomerkamp op de heide in 1998. Zijn lichaam werd een dag later een stukje verderop gevonden. Lang leek de zaak onopgelost te blijven, tot twee jaar geleden B. in beeld kwam na een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek. De Limburger had daar niet aan meegewerkt. Maar omdat zijn familie hem als vermist had opgegeven en spullen waar zijn DNA op zat naar de politie had gestuurd, kwam er een 100 procents-DNA-match. Na een klopjacht werd hij kort na het openbaar maken van de match aangehouden in Spanje.