„Onderscheid in toegestaan aantal mensen in kerk en theater onterecht”
De Brabanthallen mogen 600 mensen ontvangen, terwijl een kerk heel wat heeft uit te leggen als ze met meer dan dertig mensen samenkomt. Is het coronabeleid consistent?
In veel culturele instellingen en evenementenhallen mogen honderden mensen bijeenkomen, zoals de Brabanthallen in Den Bosch, De Doelen in Rotterdam en theater Carré in Amsterdam. Dit is een risico, vindt epidemioloog Hans Heesterbeek (Universiteit Utrecht). „Hier geldt de wet van de grote aantallen. Hoe minder mensen bijeen komen, hoe beter dat nu is.”
Daarin ziet hij geen verschil tussen kerken en concertzalen. Ook met het hanteren van de RIVM-regels is er in grote groepen meer kans op besmetting met het coronavirus. „Hoe meer van dat soort grote groepen bijeen komen, hoe groter de kans dat er een keer iemand bij zit die ziek is. Dat geldt voor een kerkdienst, maar zeker ook voor een concert.”
Daarbij komt dat nog veel onduidelijk is over de manier waarop besmettingsfactoren zich tot elkaar verhouden. „Zo te zien hadden ze het in Staphorst netjes gedaan. Maar we weten niet wat het belang is van de verschillende maatregelen. Als er zeshonderd man bijeen zijn op afstand en met mondkapjes voor, dan kunnen ze elkaar mogelijk alsnog besmetten via de deurklink.”
Vanuit epidemiologisch oogpunt zou Heesterbeek daarom graag zien dat bijeenkomsten met grote groepen mensen worden beperkt. „Liefst zeg ik: doe het allemaal niet. Maar dat ontwricht de samenleving. De vraag is hoe het risico op een nieuwe lockdown opweegt tegen de positieve kanten van kerkdiensten en culturele evenementen. Het is aan de overheid om die afweging te maken.”
Slap beleid
Emeritus hoogleraar bestuurskunde Arno Korsten vindt het kabinet te lankmoedig. „De regering voert tot dusver een slap beleid, we zijn het slechtste jongetje van Europa. Landelijk worden maatregelen ingevoerd, maar regionale differentiatie is mogelijk. Een kerk in Staphorst mag met 600 man samenkomen en de Brabanthallen krijgt een ontheffing voor datzelfde aantal.”
Wat hier misgaat, zegt Korsten, is dat het beleid te vrijblijvend is. „We mogen te veel onze eigen afwegingen maken. Daardoor zoeken de mensen de grenzen op en zo temmen we het coronavirus niet. Als ik goed naar de specialisten Kuipers, Gommers en Van Dissel luister, zijn we op de verkeerde weg. Het reproductiegetal is te hoog en daarom moeten we onze contacten beperken. Kerkdiensten als in Staphorst zijn daarom volkomen onaanvaardbaar, maar ook grote bijeenkomsten in bijvoorbeeld de Brabanthallen of Carré in Amsterdam. Het kabinet moet een lijn trekken en helder communiceren.”
Juridische ruimte
„Het is appels met peren vergelijken”, reageert Fokko Oldenhuis op de vraag wat het verschil is tussen 600 man in de Brabanthallen en 600 in een kerkgebouw in Staphorst. Kerkmensen doen er verstandig aan om niet verongelijkt naar de Brabanthallen te kijken, vindt de hoogleraar religie en recht. „De godsdienstvrijheid is bijna in beton gegoten. Dit kan kerken als muziek in de oren klinken, maar ik vind het gevaarlijk. Als kerken nu de juridische ruimte nemen en toch weer met velen samenkomen, betalen ze uiteindelijk de rekening als de coronawetgeving op termijn wordt gerenoveerd.” Hij vindt dat kerken solidair moeten zijn en hun verantwoordelijkheid moeten nemen. „Net als in maart.”
Gelet op de vele Covid-besmettingen die dagelijks worden gemeld, vindt hoogleraar staatsrecht Jan Brouwer grootschalige bijeenkomsten „afkeurenswaardig”, of ze nu plaatsvinden in een kerk of evenementenhal. Ook hij wijst op de godsdienstvrijheid. „In de wetgeving meten we met twee maten; een kerk heeft het volste recht om samen te komen met 600 man.” Hij adviseert kerken: „Gebruik je verstand. Politici behandelen de godsdienstvrijheid tot nu toe met fluwelen handschoenen. Maar dat kan snel omslaan als er excessen ontstaan.”