De uitdaging: eenzame mensen bereiken
Bellen met eenzame mensen op je bucketlist zetten? Op zo’n wensenlijst vol uitdagingen staan eerder een marathon lopen of het noorderlicht zien. Niets mis mee, maar grote kans dat iets betekenen voor een ander méér voldoening geeft. NLvoorelkaar daagt mensen uit de proef op de som te nemen.
Een spijker in de muur slaan, een boodschap doen of een praatje met een eenzame buur maken. Het lijkt weinig om het lijf te hebben, maar kan wel degelijk het verschil maken. „Ik ging ooit met een mevrouw die in een rolstoel zit een uurtje op een terras zitten. Gewoon om koffie te drinken en mensen te kijken”, vertelt Anne Theelen, medewerker van NLvoorelkaar. „Zij vertelde me soms wekenlang geen mens te zien en noemde ons uitje het mooiste sinds jaren.”
Volgens Jeroen de Punder moeten mensen bij het bieden van hulp niet aan grootse en meeslepende dingen denken. Hij is directeur van NLvoorelkaar, het grootste platform voor vrijwillige inzet in Nederland dat jaarlijks door ruim 1 miljoen mensen wordt bezocht. Het platform komt tijdens de jaarlijkse Week tegen Eenzaamheid, die deze donderdag van start ging, met een ”challenge” (uitdaging) tegen eenzaamheid.
De cijfers liegen er niet om: ruim de helft van de 75-plussers –meer dan 700.000 ouderen– kampt met eenzaamheid. Daarnaast voelt 40 procent van de jongeren tussen de 20 en de 35 jaar zich weleens eenzaam.
De Punder: „Van de circa 20.000 hulpvragen die op ons platform staan, heeft de helft betrekking op eenzaamheid.” Theelen: „Soms durven mensen het alleen zijn niet te uiten en vragen ze of iemand boodschappen wil doen. Tegelijkertijd hopen ze dat een vrijwilliger een kop koffie meedrinkt en een praatje maakt.”
De Punder: „We willen mensen via onze challenge informeren én activeren.” Theelen: „Degenen die zich inschrijven, krijgen een week lang elke dag een mail met een ervaringsverhaal, hulpvragen waarop je kunt reageren en tips om eenzaamheid te verminderen. Elke mail heeft een thema, bijvoorbeeld nieuwkomers.”
Nieuwkomers?
Theelen: „Ja, vluchtelingen. Zij voelen zich vaak eenzaam, mede omdat ze gebrekkig Nederlands spreken. Door te videobellen en over alledaagse dingen te praten, maken nieuwkomers zich de taal beter eigen. En vrijwilligers maken kennis met een andere cultuur.”
Wanneer is de challenge geslaagd?
Theelen: „Ik ben nu al blij, omdat duizend mensen zich hebben aangemeld.” De Punder: „We hopen dat velen het niet bij één klusje laten en zich na de challenge als vrijwilliger inschrijven op NLvoorelkaar. Aan de hand van hun antwoorden op vragen over beschikbaarheid, woonplaats en interesses worden ze automatisch aan een hulpvraag gekoppeld. Ze krijgen een bericht op hun telefoon of een mail met het verzoek contact te leggen met de hulpvrager.”
Kan dit niet wat persoonlijker?
De Punder: „NLvoorelkaar fungeert als intermediair. Ons platform telt 150.000 deelnemers: gemeenten, organisaties, hulpvragers en bijna 80.000 vrijwilligers. Het blijkt ondoenlijk om vrijwilligers persoonlijk te benaderen. Automatisering is nodig om alles in goede banen te leiden.” Theelen: „Sinds de start van NL-voorelkaar in 2011 is er zo’n 10 miljoen uur aan vrijwilligerswerk gerealiseerd.”
Welk effect heeft de coronacrisis?
De Punder: „Eenzaamheid komt vaker in de publiciteit. Mede daardoor is het vrijwilligersaanbod enorm gestegen. Het aantal hulpvragen blijft helaas achter. Hoewel we proberen het taboe van eenzaamheid te doorbreken, blijken veel mensen het moeilijk vinden om aan te geven dat ze het contact met anderen missen.”
Speelt angst voor besmetting een rol in de achterblijvende hulpvraag?
De Punder: „Ik vermoed dat dit mensen remt om hun hulpvraag te stellen. We richten ons daarom met de challenge voornamelijk op onlineactiviteiten en op telefoongesprekken. Al houden we niemand tegen die een extra portie eten voor een eenzame buur kookt.”
Probeert u ook de eenzame mensen zelf te activeren?
De Punder: „Onder andere op sociale media proberen we hulpvragers te prikkelen om op hulpvragen van anderen in te gaan.” Theelen: „Gelukkig gebeurt dit regelmatig. Een handige hulpvrager laat het vaak niet bij één klusje en verkleint zo zijn eigen eenzaamheid.”