Van der Hoeven gaf onvolledige informatie
Minister Van der Hoeven van Onderwijs erkent dat ze de Tweede Kamer in april van dit jaar niet volledig heeft geïnformeerd over haar werk als bestuurslid van de Technische Hogeschool Rijswijk (THR).
In april van dit jaar zei de bewindsvrouw dat er in de tijd dat ze bestuurslid was -van 1999 tot haar aantreden als minister in 2002- geen enkele nieuwe opleiding was gestart die niet door de beugel kon. Woensdag erkende ze dat de vroegere voorzitter van het college van bestuur in die periode wel degelijk een opleiding startte die door de overheid verboden was.
In november 2001 bood de THR de omstreden opleiding topjaar management aan. De school vroeg van de overheid geld voor studenten aan deze opleiding, hoewel eerder was vastgesteld dat dit niet mocht.
De minister had dit reeds in april aan de Kamer willen meedelen, maar omdat het debat door een interruptie destijds een andere wending nam, was er dat niet van gekomen, zo verklaarde de minister woensdag.
Van der Hoeven voelt zich niet verantwoordelijk voor de beslissing die de collegevoorzitter had genomen. Hij heeft op eigen initiatief gehandeld. Toen het stichtingsbestuur erachter kwam, is protest aangetekend. Mede vanwege deze affaire is de betrokkene ontslagen.
De linkse partijen, PvdA, GroenLinks en SP, nemen het de minister kwalijk dat ze de Kamer in april onvolledig heeft geïnformeerd. De partijen dienden geen motie van afkeuring in. Ze beperkten zich tot de constatering dat het vertrouwen van de minister een deuk heeft opgelopen. De overige partijen betreuren de gang van zaken, maar verbinden er geen politieke conclusies aan.