CGK staan op tweesprong inzake vrouw en ambt
De coronacrisis gaf de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) even een adempauze in de discussie over vrouwelijke ambtsdragers. Maar nu de synode weer bijeenkomt, lopen de meningen nog steeds even ver uiteen.
De maandag verschenen rapporten over vrouw en ambt en kerkelijke eenheid doen vrezen dat het volgende week in Nunspeet opnieuw een pittige discussie wordt. De commissies die zich de afgelopen maanden over deze onderwerpen hebben gebogen, is het niet gelukt om met eensluidende voorstellen te komen. De synode zal zich opnieuw moeten buigen over zogenoemde meerderheids- en minderheidsrapporten.
Oplossingsrichtingen
De generale synode maakte dit voorjaar, voordat de corona-epidemie het vergaderen onmogelijk maakte, een begin met de bespreking van drie „oplossingsrichtingen” om de eenheid binnen het kerkverband te bewaren. De eerste was „onverkort vasthouden” aan de in de CGK bij meerderheid genomen besluiten, bijvoorbeeld over vrouw en ambt en homoseksuele relaties. Een andere oplossingsrichting zou zijn om binnen de CGK meer ruimte te laten voor verschillende standpunten. De visie op vrouw en ambt wordt dan aan de vrijheid van de plaatselijke kerken overgelaten. Een derde oplossingsrichting is dat een gemeente die wil afwijken van een CGK-besluit dit kenbaar moet maken aan de classis. Daarna zal de classis bij stemming laten weten of de gemeente met haar afwijkende praktijk al dan niet „aanvaard” kan blijven.
Mislukt
De zeven commissieleden die de verschillende oplossingsrichtingen hebben bestudeerd, konden het niet eens worden over de te volgen route. Vier leden adviseerden de generale synode om de eerste oplossingsrichting te kiezen. Drie leden van de commissie vinden dat de landelijke vergadering een taakgroep moet benoemen om de huidige situatie nog eens goed in kaart te brengen.
Een poging om nu wel met één voorstel te komen, is de afgelopen maanden mislukt. Een minderheid in de commissie stelt de synode voor om de besluitvorming inzake de impasse en de oplossingsrichtingen op te schorten.
De meerderheid van de commissie wil dat de synode uitspreekt dat samenwerkingsgemeenten gebonden zijn aan kerkelijke uitspraken over onderwerpen „die het verstaan van de Schrift raken”, zoals homoseksuele relaties of vrouw en ambt. Bij „volharding in onwilligheid” kan de band met een gemeente worden verbroken.
Onderbouwing
Ook de zogeheten commissie 7, die een rapport over vrouwelijke ambtsdragers schreef, is nog even verdeeld als in het voorjaar. Vijf leden willen dat de synode het besluit over vrouw en ambt uit 1998, waarvan de onderbouwing volgens hen „op sommige punten sterker had gekund”, nog eens onderstreept. Toen werd gesteld dat „uit het geheel van de Heilige Schrift duidelijk wordt dat het onderwijzen en geestelijk leidinggeven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt.”
De meerderheid van de commissie vindt dus dat er in de CGK geen plaats is voor een praktijk van vrouwelijke ambtsdragers, zolang de kerken daarvoor gezamenlijk op grond van de Schriften geen ruimte zien.
Twee commissieleden kiezen een andere lijn. Ze vragen de synode uit te spreken dat „de ambten opengesteld kunnen worden voor zusters” en dat dit „met de kennis van nu niet onschriftuurlijk is.”
Het is nu aan de generale synode om te kiezen welke richting ze op deze tweesprong gaat: voor of tegen vrouwelijke ambtsdragers.