OM eist 18 jaar cel voor fatale steekpartij Turkse uitvaart
Een 50-jarige man die een jaar geleden een familielid zou hebben doodgestoken en een tweede familielid met een messteek in de nek zou hebben verwond, verdwijnt daarvoor wat het OM betreft 18 jaar in de cel. Het steekincident gebeurde rond een uitvaart op de binnenplaats van het gebouw van de Turks-Islamitische Culturele Stichting in Den Haag.
Volgens de aanklaagster heeft Vedat A. zich op de bewuste dag schuldig gemaakt aan poging tot moord en aan doodslag, een gevolg van een al langer lopende familieruzie waarin hij tot het uiterste zou zijn getergd en gekrenkt.
Het fatale steekincident had plaats tijdens voorbereidingen voor de uitvaartplechtigheid van de schoonvader van de verdachte, die een dag eerder was overleden. In de woning van de overledene kreeg A. het toen al aan de stok met het slachtoffer dat de steekpartij een dag later zou overleven.
Volgens A. werd hij in de woning van zijn overleden schoonvader publiekelijk voor schut gezet en de ochtend erna in het bijzijn van een ander nog een keer telefonisch uitgescholden. Toen hij kort daarna bij het gebouw van de stichting arriveerde en het familielid zag zitten met wie hij woorden had gehad, escaleerde de zaak.
Op in de rechtszaal vertoonde camerabeelden is te zien dat A. in een rechte lijn naar een gezelschap toeliep, waarvan ook de man deel uitmaakte met wie hij in conflict was geraakt. In de schermutseling die daarop volgde, maakte A. binnen enkele seconden tweemaal een stekende beweging. Een daarvan werd een 44-jarig familielid fataal. Hij zat naast de man met wie A. ruzie had, viel toen hij tussenbeide kwam op de grond en werd in zijn hart gestoken toen hij probeerde op te staan.
Deskundigen hebben A. volledig toerekeningsvatbaar genoemd. Wel is hij slecht geïntegreerd, heeft hij vanuit zijn Turkse achtergrond zeer starre opvattingen en is hij snel beledigd. De aanklaagster sloot niet uit dat A. na te zijn gekrenkt „overtuigd was dat hij zijn eer moest herstellen via de dood van een ander”. Het overlijden van het 44-jarige familielid noemde ze „geen vooropgezet plan, maar zeker geen ongeluk. De verdachte was gewapend met een mes.”
Volgens zijn raadsman wilde A. niemand vermoorden, maar wilde hij excuses. Hij vroeg vrijspraak van de belangrijkste aanklachten: poging tot moord en doodslag. A, die geen strafblad heeft en aanvankelijk vluchtte naar Turkije, bood excuses aan en betuigde zijn medeleven met de nabestaanden. „Dit had nooit mogen gebeuren”, zei hij.
Uitspraak 16 oktober.