Celstraf en tbs voor doden man in 2010
Een 43-jarige man uit Meppel is donderdag door de rechtbank in Zwolle veroordeeld tot tien jaar cel en tbs voor het doden van een man in Steenwijk in 2010. Het lichaam van het slachtoffer werd in de loop der jaren in stukken gezaagd teruggevonden.
Het 34-jarige slachtoffer verdween op zaterdag 6 februari 2010. Zijn auto stond een maand later uitgebrand in Haren. In juni dat jaar werden in het riviertje de Steenwijker Aa de armen zonder handen en de benen van de man aangetroffen in een stoelhoes. Drie jaar later werd een deel van de romp, in een dekbedovertrek verpakt, in de bossen van Wanneperveen gevonden.
De 43-jarige ex-tbs’er Matthias M. uit Meppel was in 2010 al kort verdachte in de zaak, maar werd vrijgelaten. In 2019 werd hij opnieuw als verdachte bestempeld. Zo werd een haar van hem aangetroffen in de verpakking van de lichaamsdelen. Ook blijkt het dekbedovertrek waarin de romp was verpakt van hem te zijn, aldus de rechtbank.
M. was een van de laatsten die het slachtoffer nog in leven zag. Zo straalde de telefoon van het slachtoffer die middag een zendmast aan in de buurt van de woning van M. „Het kan niet anders zijn dan dat het verdachte was die het slachtoffer om het leven bracht, het lichaam in stukken zaagde, in zakken verpakte en die zakken heeft gedumpt in een bos en in de Steenwijker Aa”, aldus de voorzitter. Hoe het slachtoffer om het leven kwam, blijft ongewis.
Naast de celstraf achtte de rechtbank tbs met dwangverpleging noodzakelijk. M. kreeg eerder acht jaar cel en tbs met dwangverpleging voor de doodslag en verkrachting van een vrouw in 1997. Twee maanden voor de verdwijning van de man uit Steenwijk was zijn terbeschikkingstelling afgerond.
Het leed dat de nabestaanden is aangedaan, is onbeschrijfelijk, aldus de rechtbank. Ze leven al tien jaar met vraagtekens rond de dood en hebben tot op de dag van vandaag niet het hele lichaam kunnen begraven.
Tegen de man was tien jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist.