„Ik heb geen reden om getuigen te beïnvloeden”, zei Otto als antwoord op de aantijgingen. „Ik zou mijn vriendin daar ook nooit voor gebruiken. Wij zijn erg gekwetst door deze beschuldiging.” Otto verontschuldigde zich tegenover de rechter voor een emotionele uitbarsting, waarin hij de officier van justitie ‘clown’ noemde. „Mijn verstand laat zich af en toe strikken door mijn emotie.” De officier dreigde kort met het aanhouden van Otto vanwege belediging.

Otto zou in 2016 vanuit de gevangenis briefjes met opdrachten hebben gegeven aan één van zijn advocaten, Jan Piet van R. In de briefjes zou opdracht worden gegeven om, al dan niet tegen forse betaling, verklaringen in te trekken of aan te passen ten gunste van Otto. Van R. zou de briefjes aan B. hebben gegeven die ze weer verspreidde, onder meer aan medeverdachte Piet S. Van R. noemde dat lariekoek.

De zitting bij de rechtbank in Breda werd dinsdag veelvuldig onderbroken, omdat de rechtbank steeds weer moest reageren op nieuwe verzoeken van de verdediging. Inhoudelijk werd daardoor niet echt duidelijk wat voor bewijzen justitie heeft voor de aantijgingen. Wel citeerde de rechtbank uit verklaringen van de zoon van Otto en B. Die zei: „Mijn vader schreef brieven met opdrachten. Hij heeft meerdere brieven aan S. gestuurd. S. zou die van m’n moeder hebben gekregen.” Volgens Otto en B. is die verklaring echter in de mond gelegd en zou hun zoon op dat moment wanhopig zijn geweest, omdat hij naar huis wilde.

Otto zat in die tijd van de vermeende beïnvloeding vast op verdenking van afpersing en witwassen, waarvoor hij in 2018 zes jaar cel kreeg.

De planning is dat justitie donderdag het bewijs presenteert en met strafeisen komt.