Veel beveiliging en enkele oranje toeschouwers in Den Haag
Ondanks alle oproepen om op Prinsjesdag uit de Haagse binnenstad te blijven, staan er toch enkele toeschouwers in oranje kledij. In de stad is veel politie op de been, maar ze laten de koningshuisliefhebbers voorlopig met rust.
Johan Vlemmix is de enige oranjefan aan de poort bij paleis Noordeinde. De Brabander reed in alle vroegte vanuit Zuid-Limburg naar Den Haag om Prinsjesdag niet te hoeven missen. Met een goudkleurige zwemband, met daarop een miniatuur van de Gouden Koets, hoopt hij een glimp van het koninklijk paar te vangen. „Ik dacht met al die commotie rondom de koets: ik wil hem toch gewoon laten rijden vandaag.” Vlemmix loopt dezelfde route als de Gouden Koets normaal rijdt. Van het paleis via de Grote kerk door naar de Ridderzaal dus. Of hij zijn route mag afmaken van de politie moet nog blijken. Voorlopig mag hij blijven staan.
Ook Dik Letsch (77) staat traditiegetrouw in de binnenstad van Den Haag. Letsch gaat al zeventig jaar onafgebroken. „Van het volkslied krijg ik kippenvel en ik houd van de sfeer op deze dag”, zegt hij. Ook deze historisch stille editie laat hij niet aan zich voorbij gaan. „Het is een bijzondere dag”, aldus Letsch. „De gezelligheid is weg. Maar het is traditie. Je moet er van maken wat je kan.”
De rode loper ligt inmiddels uit bij paleis Noordeinde, waar dinsdagmiddag koning Willem-Alexander en koningin Máxima in een auto aan een sterk uitgeklede rit naar de Grote Kerk beginnen. Richting de kerk is de hele route afgezet met wit beklede hekken. Op het Plein starten de terrassen op, maar is het verder uitgestorven. Ook is er nauwelijks oranje versiering te vinden in het centrum.