‘Onderzoeksrechters niet vooringenomen, wraking deels te laat’
De wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam heeft niet kunnen vaststellen dat twee rechters-commissarissen in het liquidatieonderzoek Marengo blijk hebben gegeven van vooringenomenheid. Een deel van het wrakingsverzoek is te laat gedaan, zo zegt de rechtbank dinsdag in de toelichting op de afwijzende beslissing. Die werd op 1 september al genomen, toen nog zonder motivering.
Het wrakingsverzoek werd gedaan door advocaat Nico Meijering, raadsman van een van de verdachten in het geruchtmakende Marengoproces. Hij voelde zich „onheus bejegend” door een van de onderzoeksrechters en haar teamvoorzitter en bespeurde vooringenomenheid bij de magistraten.
De betrokken onderzoeksrechter had haar ongenoegen geuit over het feit dat Meijering in correspondentie meermalen de naam van de partner van Nabil B., de kroongetuige in Marengo, had opgeschreven. Volgens de rechter was dat tegen alle afspraken in en had de raadsman een gebrek aan respect voor haar beslissingen en voor de veiligheidsbelangen van B. aan de dag gelegd. Zij zei daarover „verbijsterd” te zijn. Meijering heeft betoogd dat hij zich strikt aan alle afspraken heeft gehouden en niets verkeerd heeft gedaan.
De identiteit van naasten van B. wordt om veiligheidsredenen verborgen gehouden. In maart 2018 werd B.’s broer doodgeschoten, in september vorig jaar zijn advocaat Derk Wiersum. Sindsdien is het proces doortrokken van strenge veiligheidsmaatregelen.
„Te scherpe bewoordingen jegens de raadsman in een schriftelijke beslissing van de rechter-commissaris leveren in dit geval niet een geobjectiveerde schijn van vooringenomenheid tegen de cliënt van de raadsman op”, zegt de wrakingskamer. Voor collega-raadslieden die zich bij het wrakingsverzoek hadden aangesloten „geldt dit nog minder”.
In het proces Marengo is Ridouan Taghi hoofdverdachte. Hij zou opdracht hebben gegeven voor een reeks liquidaties. Met hem staan zestien anderen terecht. Nabil B. heeft uitvoerig over de verdachten en de moorden verklaard. Het proces gaat op 28 oktober verder met een volgende ronde tussentijdse zittingen.