Extraatjes voor minima fors ingeperkt
Alleen bijstandsgerechtigden die geen enkel uitzicht hebben op werk, komen nog in aanmerking voor extra geld boven op de uitkering. Dit zal landelijk worden geregeld. De mogelijkheid voor gemeenten om bijstandsgerechtigden extraatjes, zoals eindejaarsuitkeringen, toe te schuiven, verdwijnt.
Dat is volgens ingewijden de kern van de plannen van minister Vermeend van Sociale Zaken, die hij vrijdag voorlegde aan de ministerraad. Vermeend verwachtte dat met zijn voorstel, waarvoor een wijziging van de Algemene bijstandswet noodzakelijk is, de armoedeval wordt bestreden en daardoor veel meer mensen aan het werk gaan.
De armoedeval is het verschijnsel dat mensen met een uitkering er financieel niet op vooruitgaan als ze een betaalde baan krijgen, omdat ze niet meer in aanmerking komen voor allerlei subsidies en extraatjes.
Ook wil Vermeend met de aanpassing de ongelijke inkomens van bijstandsgerechtigden in verschillende gemeenten tegengaan.
De bewindsman wil ter vervanging van alle gemeentelijke extraatjes een landelijke aanvullende uitkering invoeren. Die zal voor gehuwden 454 euro per jaar bedragen, voor een alleenstaande ouder 408 euro en voor een alleenstaande 318 euro. Alleen mensen die minstens drie jaar bijstand ontvangen, niet binnen een jaar aan het werk zullen komen en er alles aan hebben gedaan om een baan te vinden, krijgen dat bedrag.
De aanvullende uitkering betekent niet dat gemeentelijke extraatjes helemaal verdwijnen. Voor ziekte, wonen en sociaal-culturele activiteiten blijven die mogelijk. Ook kunnen gemeenten, middels de individuele bijzondere bijstand, mensen een extra bijdrage verschaffen voor eenmalige uitgaven.
De vakcentrales FNV en CNV zijn verontwaardigd over de maatregelen. Bestuurster A. Jongerius van de FNV spreekt van asociaal beleid. „Het betekent een regelrechte verslechtering voor een groot aantal bijstandsgerechtigden in veel gemeenten. Het gaat hier wel om mensen die al jarenlang moeten rondkomen van een minimuminkomen en die echt geen reserves meer hebben.”
Bovendien voorspelt Jongerius bureaucratische toestanden als per individueel geval wordt bekeken of iemand recht heeft op een aanvullende uitkering. „Dat wordt een gedoe met bonnetjes en formulieren, dat wil je niet weten, terwijl er nu hele goede standaardcriteria zijn.”
CNV-bestuurster J. Westerbeek vraagt zich af hoe mensen nog meer dan nu moeten aantonen dat ze geen baan kunnen vinden. „Je zit niet zomaar jaren in de bijstand. Die mensen hebben een extraatje echt nodig. Het zal je maar gebeuren, dat al je reservepotjes op zijn en je wasmachine gaat kapot.”