Spartamet vervangt scheurscooter
„Levensgevaarlijk” noemt Pieter op ’t Hof het opvoeren van scooters en bromfietsen. De 17-jarige uit Nederhemert raakt geen brommer meer aan, sinds hij voor de tweede keer een ongeluk met zijn voertuig kreeg.
Drie leeftijdsgenoten van Pieter kwamen zaterdag op zondagnacht om het leven bij een frontale botsing tussen twee scooters. De oorzaak van het ongeluk is onbekend, maar de politie vermoedt dat de voertuigen waren opgevoerd.
Jeremy de Ruiter (16) en Stefan Kooi (15) uit Harderwijk botsten zondagnacht op het fietspad langs de Zeewolderdijk frontaal op Roy Sieverdink (17) uit Zeewolde. Een net gepasseerde automobilist zag in zijn achteruitkijkspiegel iets vreemds gebeuren en waarschuwde de politie. Die vond drie overleden jongens en de brokstukken van twee scooters.
Scooter- en bromfietsrijders zijn de meest kwetsbare verkeersdeelnemers, zo blijkt uit onderzoek. Zij hebben dertig keer meer kans op een dodelijk ongeval dan fietsers. In 2003 waren 99 van de in totaal 1088 verkeersdoden scooter- en bromfietsrijders. Belangrijkste oorzaken zijn het opvoeren van de voertuigen en het niet dragen van de verplichte helm.
Pieter op ’t Hof uit Nederhemert kan er gelukkig nog van meepraten. „Opvoeren is stoer. Ik was lange tijd met mijn 100cc-brommer de snelste jongen van de klas. Het ding reed rond de 100 kilometer per uur. Daar was ik toen trots op. Nu niet meer. Ik heb tot twee keer toe een ernstig ongeluk gehad. Nu rijd ik op een Spartamet.”
Het eerste ongeluk gebeurde in augustus vorig jaar in de buurt van het dorpje Delwijnen. „Met mijn zus achterop reed ik over een weg met bomen langs de kant. Door het dichte bladerdek kon ik niet zien dat er van rechts een bestelbus kwam aanrijden. Daar klapten wij bovenop.”
Pieter lag zwaargewond naast zijn brommer, zijn zus vijftien meter verder. „Ik was buiten kennis en het ambulancepersoneel dacht aan hersenbeschadiging. Daarom heeft de traumahelikopter mij naar het academisch ziekenhuis in Utrecht gebracht. Daar heb ik vijf dagen bewusteloos gelegen.” Pieter had een zware hersenschudding. Ook waren zijn been, hand en neus gebroken. Zijn zus had een gebroken arm.
Nadat hij 15 kilo was afgevallen, mocht Pieter na twee weken weer naar huis. Daar knapte hij snel op. Twee maanden na het ongeluk kocht hij een nieuwe brommer. „Ik dacht er niet over het ding op te voeren. Toch kreeg ik al snel weer een ongeluk. Vlak voor ons huis reed ik tegen een auto aan.” Een gebroken been was het gevolg. De oorzaak? „In het ziekenhuis waren ze vergeten te zeggen dat mijn concentratievermogen ernstig was verminderd.”
Nog steeds kampt Pieter met de gevolgen van beide ongelukken. „Ik reed tot mei dit jaar in een rolstoel, omdat mijn been niet wilde genezen. Mijn werk in de bouw kan ik wel vergeten, ik heb nog steeds last van mijn knieën. Op advies van de school waar ik nog een dag in de week heen ging, ben ik de MTS gaan doen. Daar zit ik nu veel achter de computer.”
De 17-jarige jongen wil met zijn verhaal leeftijdsgenoten waarschuwen voor het gevaar van opvoeren. „Het is levensgevaarlijk: omdat je harder rijdt, zie je veel minder gevaar. De remweg is langer en voordat je kunt remmen, is het al te laat.”
Ook het niet-dragen van een helm vindt Pieter onbegrijpelijk. „Ik was de enige in het dorp die een helm droeg. Zonder helm was ik er nu niet meer geweest. Hier vinden ze het maar een lastig ding, maar je krijgt toch allemaal vliegjes in je ogen?”
Pieter heeft wel een idee wat de overheid tegen scooter- en bromfietsongelukken moet doet. „De leeftijdsgrens voor brommer rijden moet naar 17 jaar. Jongeren die 17 worden, mogen dan direct autorijlessen nemen. Op hun 18e verjaardag kunnen ze hun rijbewijs ophalen. Zij hebben dan veel minder behoefte aan een brommer.
Opvoeren verbieden is geen oplossing. Iedereen in ons dorp rijdt op een opgevoerde brommer en de politie krijgt nooit iemand te pakken. Agenten kwamen in een auto achter mijn broer aan, maar die verdween op een smal paadje waar bovendien nog paaltjes in stonden. Zij hadden het nakijken.”