„Jacht op reeën werkt averechts”
De jacht op reeën in Overijssel doet het aantal aanrijdingen tussen auto’s en reeën niet afnemen, maar juist groeien. Dat zei een woordvoerder van de Stichting Faunabescherming maandag bij de Raad van State.
De stichting begon een bodemprocedure tegen de provincie Overijssel om het afschieten van beschermde reeën te stoppen. Volgens de provincie is het afschieten nodig omdat steeds meer reeën aanrijdingen veroorzaken. De natuurorganisatie vindt dat de provincie het gevaar voor aanrijdingen alleen maar opblaast om jagers tegemoet te komen.
De woordvoerder van Faunabescherming: „Automobilisten rijden jaarlijks in Overijssel enkele honderden reeën aan, maar dat leidt niet tot dodelijke ongelukken. De dieren zijn immers niet groot en zwaar. Wel lopen per jaar twaalf automobilisten een of andere vorm van letsel op. Dat is echter nog geen reden om dan maar honderden reeën af te schieten.”
De Faunabescherming verwijt de provincie dat ze geen enkel eigen onderzoek heeft gedaan naar de zin en noodzaak van het afschieten van reeën. Overijssel zou zich alleen maar baseren op weinig objectieve gegevens van een onderzoeker die veel voor jagers werkt.
„Bovendien worden reeën door het afschieten opgejaagd en komen reeën uit andere regio’s op de leeggeschoten gebieden af. Daardoor zijn er veel meer dieren aan het trekken.”
De provincie meent echter dat zonder regelmatige afschot het aantal reeën uit de hand zal lopen waardoor ze vaker naar andere gebieden zullen trekken en wegen oversteken.
De Raad van State weigerde de verleende afschietvergunningen tijdelijk buiten werking te stellen.
De uitspraak volgt over enkele weken.