‘Vrees voor tweede coronagolf drukt op vertrouwen beleggers’
Nederlandse beleggers lijken bang voor de mogelijke impact op de economie van een tweede coronagolf. Dit drukt op hun vertrouwen, constateert ING in zijn maandelijkse BeleggersBarometer.
De graadmeter waarmee de bank het vertrouwen van beleggers meet, kwam deze maand uit op 98 punten. Dat is iets lager dan de score van 100 een maand eerder. Volgens ING is sprake van een stabilisering van het vertrouwen en blijft verder vertrouwensherstel na de sterk dip eerder dit jaar, vooralsnog uit.
Ruim de helft van de beleggers (53 procent) verwacht dat de beurs in de komende tijd zal dalen als gevolg van het toenemende aantal coronabesmettingen wereldwijd. Over het herstel van de economische situatie in Nederland zijn de beleggers bovendien negatiever dan vorige maand. Ongeveer 31 procent van hen verwacht dat de situatie in de komende drie maanden verbetert, ten opzichte van 41 procent in juli.
Grote techbedrijven zoals Apple, Amazon, Microsoft en Netflix presteren goed in coronatijd. Zij lijken te profiteren van het feit dat mensen vaker thuiswerken, streamen, videobellen en gebruikmaken van onlinediensten. Maar beleggers zijn volgens het onderzoek verdeeld over de vraag of de waardestijging van deze bedrijven op de beurs reëel is. 32 procent verwacht in de komende tijd een flinke correctie, 30 procent gaat ervan uit dat de stijging doorzet omdat dit de bedrijven van de toekomst zijn en 26 procent denkt dat de stijging zijn maximum heeft bereikt en dat koers van deze aandelen nu stabiel blijft.
In de afgelopen maanden heeft het kabinet diverse steunmaatregelen genomen om de economie te stimuleren en banen te behouden. Een ruime meerderheid van de beleggers staat positief tegenover deze steunpakketten, zegt Bob Homan, hoofd van ING Investment Office. „We zien in het onderzoek van deze maand dat beleggers het sociaaleconomische beleid van het kabinet beoordelen met gemiddeld met een 6,4. Dit lijkt misschien niet een heel hoge waardering, maar ik kan me niet herinneren eerder een dergelijk hoog cijfer hiervoor te hebben gezien.”