Top OM: afwegingen advocatenobservatie waren zorgvuldig
Het College van procureurs-generaal schaart zich achter de afwegingen van het landelijk parket voor het schaduwen van de advocaten Nico Meijering en Leon van Kleef, in juni vorig jaar. De actie is binnen de grenzen van de geldende regels gebleven, vindt de OM-top.
Het opsporen van Ridouan Taghi (42) had een dermate hoge prioriteit, dat politie en justitie alles op alles hebben gezet om hem te pakken te krijgen. Justitie verdenkt Taghi ervan het brein te zijn achter een reeks liquidaties. Bovendien ging een ernstige dreiging van hem uit die zou kunnen leiden tot nieuwe moordopdrachten, aldus het college. Justitie had 100.000 euro uitgeloofd voor de gouden tip die zou leiden tot zijn aanhouding.
Meijering en Van Kleef reisden vorig jaar juni naar Dubai. Justitie beschikte over informatie dat daar een ontmoeting met de voortvluchtige Taghi zou plaatsvinden. Dat gebeurde niet. De twee raadslieden waren in Dubai voor een andere cliënt. Zij staan Taghi, hoofdverdachte in het liquidatieproces Marengo, niet bij. Taghi werd in december in Dubai opgepakt en aan Nederland overgedragen.
De afwegingen van de recherche en het landelijk parket zijn „zorgvuldig” geweest, aldus het college in een verklaring vrijdag. Zij passen binnen de zogeheten Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten, die voor het OM en alle opsporingsinstanties geldt.
Die aanwijzing schrijft hoge zorgvuldigheid voor, maar betekent niet dat het OM nooit zou mogen overgaan tot het toepassen van deze bevoegdheden jegens advocaten, aldus het college. Daarbij wordt gekeken of de inzet van een zwaar middel, zoals in dit geval het volgen van advocaten, in verhouding staat tot het beoogde doel. Ook wordt beoordeeld of er geen andere, minder ingrijpende mogelijkheden zijn om dat doel te bereiken. Volgens het college zijn die afwegingen gemaakt.