Winstval voor Chinese Volvo-moeder door crisis
De Chinese automaker Geely, eigenaar van het Zweedse merkt Volvo, heeft stevig te lijden onder de coronacrisis. De onderneming meldde over de eerste zes maanden van het jaar een daling van de winst met liefst 43 procent.
Vanwege het rondwarende virus zag de onderneming zich genoodzaakt om enige tijd fabrieken dicht te houden. Verder zorgde de crisis ervoor dat de vraag naar auto’s minder was. Door de crisis bleven klanten weg uit de showrooms. Automakers werden daarop gedwongen om hun productie te verlagen.
Geely sloot de meetperiode af met een winst van 2,3 miljard yuan, omgerekend 279 miljoen euro. De omzet van de onderneming viel bijna een kwart lager uit. Het doel om dit jaar zeker 1,41 miljoen auto’s af te leveren werd bijgesteld naar 1,32 miljoen voertuigen.
Cijfers tonen aan dat het dieptepunt van de crisis voor automakers achter de rug lijkt, met aantrekkende verkopen in de afgelopen maanden. Geely blijft echter waarschuwen voor de vele onzekerheden in de markt. Volgens het bedrijf wordt 2020 het moeilijkste jaar in de geschiedenis van het bedrijf. Daarbij voelt Geely ook de „intense concurrentie” op de Chinese automarkt, zo werd gemeld.
Ondanks de crisis wist Geely nog wel winstgevend te blijven. Daarmee voegde de automaker zich in een select rijtje met onder meer Toyota en Tesla. Om de kosten te drukken hebben de Chinezen wel verschillende maatregelen genomen. Zo werd het personeelsbestand in de eerste jaarhelft met 12 procent teruggebracht tot 38.000.