De Raad van State, waar bewoonster M. van de Weg-van Doorn eerder deze maand een rechtszaak voerde, is niet ingegaan op de bezwaren die de vrouw en haar zoon tegen de monumentenstatus hebben ingediend.

De familie Van de Weg is boos op minister Van der Hoeven van Cultuur (OCW) die zonder haar toestemming is overgegaan tot aanwijzing van de boerderij als rijksmonument. Zoon J. J. van de Weg schreef de minister in een aantal emotionele brieven waarin staat dat het erop lijkt alsof de familie gestraft wordt voor het feit dat de boerderij al generaties lang wordt onderhouden en bewoond. De familie vreest door de aanwijzing beperkt te worden in de bewoning van het pand en de exploitatie van het veebedrijf.

De familie stelt dat zij destijds met de medewerkster van het Monumenten Selectie Projectteam, die de waardevolle boerderij kwam bekijken, is overeengekomen dat het pand niet op de lijst zou worden geplaatst zonder haar toestemming. De Raad van State wijst er in de uitspraak op dat een eigenaar er niets over te zeggen heeft of een pand op de monumentenlijst komt of niet.