Het onderzoek is verschenen in het Tijdschrift voor Beleidswetenschappen. „De stelling dat meer dan 50 procent van de nationale regelgeving op het conto van de Europese Unie moet worden geschreven, wordt niet ondersteund", schrijven bestuurskundigen P. de Jong en M. Herweijer. Aanleiding voor het onderzoek naar regeldruk was een verzoek van de Eerste Kamer, die wel eens wilde weten of claims over een hoge Europese regeldruk, onder meer van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, klopten.

De bestuurskundigen concluderen dat vooral zogenoemde nationale ministeriële regelingen, bijvoorbeeld circulaires, bijdragen aan de groei van het aantal regels in Nederland. Gemiddeld zijn dat er jaarlijks tussen vijf– en zeshonderd. Jaarlijks leiden 84 Europese richtlijnen tot Nederlandse wetten.

De Jong en Herweijer zochten op internet hoeveel wetten en regels in hun inleiding verwijzen naar een Europese richtlijn. Daarnaast baseerden ze zich op een overzicht van Europese regels die in Nederlandse regels zijn omgezet. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stuurt dat elk kwartaal naar de Tweede Kamer.

Overigens verwijzen de twee bestuurskundigen naar een onderzoek van vorig jaar van twee collega’s die tot dezelfde conclusies over de ’regeldruk’ uit Brussel kwamen.