De Kamer uitte donderdag dan ook kritiek op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De cultuur op het departement zou er niet naar zijn duidelijkheid te verschaffen over de regels. Daarom zal niet meer dan 20 tot 23 miljoen euro kunnen worden teruggevorderd, aldus het Kamerlid Tichelaar (PvdA). De commissie–Schutte becijferde een half jaar geleden dat instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs, universiteiten, maar vooral hogescholen 58 miljoen euro ten onrechte hadden ontvangen.

De Kamer vindt wel dat het bedrag dat wordt teruggevorderd naar de kas van Onderwijs moet gaan. „Het moet uit de plooien van de jas van minister Zalm (Financiën) komen", aldus Vendrik (GroenLinks). Schutte stelde vast dat de instelllingen het geld ten onrechte hadden ontvangen omdat ze creatief omgingen met de bekostigingsregels. Zo kregen ze geld voor studenten die in werkelijkheid geen onderwijs volgden.

Omdat die regels niet altijd even duidelijk zijn, heeft Ruttes voorganger Nijs die vorig jaar nog eens duidelijk opgeschreven. Rutte schreef vorige week dat er echter instellingen zijn die de grenzen „blijven zoeken en overtreden".