Geen straf voor man die aanslag op Binnenhof wilde plegen
De rechtbank in Haag heeft dinsdag de 39-jarige Ramon A. uit Sneek, die ervan wordt verdacht dat hij op 8 februari 2019 een terroristische aanslag wilde plegen op het Binnenhof in Den Haag, ontslagen van rechtsvervolging. De rechtbank is het met het Openbaar Ministerie eens dat de schizofrene man volledig ontoerekeningsvatbaar was. Hij handelde volledig vanuit een waangedachte, concludeert de rechtbank dinsdagmiddag in de uitspraak.
De man verklaarde twee weken geleden tijdens de behandeling van zijn strafzaak dat hij het plan had om op het Binnenhof politici neer te steken. En hij wilde zelf worden doodgeschoten door de politie. Hij was met de trein naar Den Haag gekomen met in zijn rugzak twee vleesmessen. A. was op de marechaussee afgestapt voor de ingang van de Eerste Kamer en zei dat hij een terrorist was. De marechaussee sloeg groot alarm, arresteerde de man en liet het Binnenhof ontruimen.
De man is volgens de rechtbank schuldig aan voorbereidingshandelingen van moord met een terroristisch oogmerk en het bedreigen van politici met de dood. Dat noemt de rechtbank ernstige strafbare feiten. Omdat het niet tot een aanslag is gekomen, is de Sneker niet schuldig aan poging tot moord met een terroristisch oogmerk.
Het Pieter Baan Centrum concludeerde dat het misdrijf de man niet kan worden aangerekend en adviseerde de rechtbank een langdurige behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank volgt dit advies. De man wordt langdurig opgenomen op de Forensisch Psychiatrische Afdeling van de GGZ Friesland. Eerder deze maand begon hij aan zijn behandeling.
Een straf in de vorm van tbs met dwangverpleging vonden psychologen en psychiaters van het Pieter Baan Centrum te zwaar en de rechtbank is dat met de deskundigen eens. Wel moet de man voor zijn schizofrenie worden behandeld om het gevaar voor herhaling laag te houden. Indien nodig kan de opname op de Forensisch Psychiatrische Afdeling na een half jaar worden verlengd.