Middenpartijen steeds weer nodig voor stabiele regeringscoalities
Onder De Jonge beweegt het CDA naar het politieke midden. Of dat electoraal verstandig is, zal blijken. Qua regeerkracht moet Nederland het in elk geval van het midden hebben. Dat toont het verleden.
„Steenkamp, de oprichter van het CDA, zag het als taak onze partij er één van het midden te laten zijn”, zei de nieuwe CDA-leider Hugo de Jonge tijdens zijn campagne voor het lijsttrekkerschap. Die kant koerst hij ook zelf op. „Ik wil politiek bedrijven vanuit het midden.”
Deze benadering van christendemocratische politiek sluit nauw aan bij het discussiestuk ”Zij-aan-zij” dat het CDA eind vorig jaar voortbracht en dat, na de tamelijk rechtse koers onder Buma, een terugkeer inluidde naar het centrum.
Zij past ook uitstekend bij De Jonge. Moest hij als wethouder in de havenstad, in een coalitie met Leefbaar Rotterdam en D66, niet voortdurend slim manoeuvreren en flanken verbinden? Eerder droeg hij de tassen van de CDA-bewindslieden Van der Hoeven en Van Bijsterveldt en was hij assistent van premier Balkenende. Functies waarin hij, ambitieus verbindingsmannetje tussen parlement en kabinet, zich oefende in politieke balanceeracts.
Of De Jonge met zijn politiek van het midden volgend jaar kiezers binnen gaat slepen, valt nog te bezien. Vast staat dat een aanzienlijk deel van het electoraat niet warm wordt van de aanduiding middenpartij. Sinds de opkomst van Fortuyn, zo’n twintig jaar geleden, staat deze benaming voor grijsheid en slappe compromissen. Of je nu CDA of VVD (beide centrum-rechts), PvdA (centrum-links) of D66 (centrum aller centrums) stemt, eigenlijk is het één pot nat.
Wat hiervan ook zij, historisch en statistisch gezien is de kans groot dat er ook volgend jaar weer een coalitie aantreedt die uitsluitend uit klassieke middenpartijen bestaat. Ga maar na. De Tweede Kamer mag dan momenteel vijftien fracties tellen, slechts vijf daarvan droegen ooit regeringsverantwoordelijkheid. En vier van die vijf zitten nu in het kabinet.
Nee, een lijn uit het verleden kan zelden zomaar doorgetrokken worden naar de toekomst. Dat ooit GL de stap zet richting het regeerpluche, valt bijvoorbeeld niet uit te sluiten. Maar aanvulling van het centrum met een rechtse flankpartij zal uiterst moeilijk worden nu het CDA coalitievorming op landelijk niveau met zowel PVV als FVD uitsluit. Terwijl ook partijen als D66 en PvdA van deze rechterflankers niets moeten hebben. Waardoor we ook volgend jaar waarschijnlijk veroordeeld zullen zijn tot een coalitie van middenpartijen.
Nu ja, veroordeeld? Misschien moeten we daar anno 2020 toch wat positiever tegenaan kijken. Kon je in de vorige eeuw nog redeneren dat het geen bijzondere complimenten behoefde als je als politieke partij in een kabinet stapte –een partij wil immers invloed uitoefenen en de meeste invloed heb je vanuit de Trêveszaal–, tegenwoordig ligt dat een slag anders.
In de huidige afrekencultuur komt regeren partijen nogal eens duur te staan. De PvdA verloor in 2017 29 zetels, het CDA moest er in 1994 en in 2010 twintig prijsgeven, D66 verloor er in 2006 drie van de zes. Zo bezien mag het een zegen heten dat er nog altijd klassieke middenpartijen zijn die verantwoordelijkheid durven dragen. Die niet, zoals de SP in 2006, aan de kant blijven staan. Of, zoals de PVV in 2012, halverwege afhaken.