De Jonge en Omtzigt verschillen fors maar zijn „één CDA-team”
Botsen deden de kandidaat-lijsttrekkers De Jonge en Omtzigt in het debat van maandag niet. CDA-leden moesten hun voorkeur bepalen op grond van verschillen in persoonlijkheid, politieke stijl en beleidsaccenten. „Eigenlijk zijn wij één CDA-team.”
Veel CDA’ers hadden waarschijnlijk al gestemd. De stembus ging immers zaterdagavond al open en sloot dinsdag om 12.00 uur. Woensdag om 12.00 uur volgt de uitslag.
Maar voor zover zij hun keuze nog moesten bepalen, hadden ze iets aan het debat van maandagavond bij Op1? De gedachtewisseling, waarbij de rivalen nooit rechtstreeks tegen elkaar in gingen, liet vooral zien dat De Jonge en Omtzigt zeer verschillende karakters hebben en een uiteenlopende stijl. Dat zij politici zijn die bij hun benadering van politieke vraagstukken hun eigen accenten leggen.
Zo antwoordde Omtzigt op de vraag met wie hij liever zou regeren, met Baudet van FVD of met Marijnissen van de SP, beslist: „Met de laatste. Baudet zei dat het CDA uit is op de vernietiging van Nederland en deed ook nog wat uitspraken in de boreale sfeer. Daarmee heeft híj zichzelf uitgesloten van samenwerking met ons.”
Tot zover geen verschil met De Jonge. Wel greep Omtzigt het thema aan om een van zijn speerpunten op tafel te leggen. „Laten we nu toch eens ophouden om, negen maanden voor de verkiezingen, almaar te praten over met wie we willen regeren, wie de premier moet worden enzovoort. Ik wil het hebben over de problemen die er in Nederland leven,”
Een van die problemen is zijns inziens dat de overheid onbetrouwbaar is geworden en in plaats van mensen te helpen geregeld tegenóver burgers staat en hun het leven zuur maakt, zoals bleek in de affaire rond de kinderopvangtoeslagen. Daarom moet er volgens Omtzigt een „nieuw sociaal contract komen tussen overheid en burgers.” Bij dat contract moet ook het maatschappelijk middenveld betrokken worden. Ook dát liet bij de affaire van de kinderopvangtoeslagen namelijk na protest aan te tekenen, omdat „het geheel verstatelijkt is en aan de subsidiekraan ligt.”
De Jonge prees Omtzigt voor zijn vasthoudendheid in deze kwestie, maar nam het wel voor overheidsdienaren op. „Laten we de mevrouw achter het loket ook recht doen, want ik zie in Nederland veel ambtenaren die hard werken en ongelooflijk graag mensen in problemen willen helpen.”
Zo kwam de vicepremier in het debat bij Op1 vaker terecht bij zijn favoriete thema: verbinden. Gesteld voor de keuze of hij zich in het conflict met de agrarische sector achter minister Schouten van LNV opstelt of achter de boeren, koos hij voor de eerste. „Ik steun Schouten. Maar zij steunt op haar beurt weer de boeren. Je moet niet alles als een tegenstelling willen verkopen.”
En vindt de Rotterdamse oud-wethouder het niet vervelend dat financiënminister Hoekstra zich zondag in eerste instantie vooral in het kamp van Omtzigt leek te scharen? Hoekstra stelde zich immers beschikbaar om, als het bekende Kamerlid CDA-leider zou worden, in een later te vormen kabinet zitting te nemen? „Neuh, dat zou hij ook doen bij een andere CDA-leider. Ik heb het zo gelezen dat Wopke zegt: ik hoor bij dit hele team. Want eigenlijk is er maar één CDA-team.”
Sprak De Jonge soms in algemeenheden, Omtzigt toonde zich de man van dossierkennis en procedures. Jaarlijks een debat over hoeveel migranten er Nederland in mogen, zoals de coronaminister wil? De regels in de EU laten ons daar haast geen ruimte voor, stelde Omtzigt. Laten we er eerst maar eens voor zorgen dat Polen die hier komen werken geen belastingvoordelen meer krijgen. „Dat moedigt te veel aan om hierheen te komen en benadeelt Nederlanders die hard op zoek zijn naar een baan.”