Komt er een einde aan de aftrekmogelijkheid van de zorgkosten?
Belastingplichtigen die in enig jaar uitgaven hebben gedaan voor zorgverlening in verband met een ziekte of invaliditeit kunnen deze kosten nu nog in aftrek brengen in de aangifte inkomstenbelasting.
De aftrek is wel gebonden aan een aantal voorwaarden. Zo kunnen bijvoorbeeld alleen kosten die zijn gemaakt in het kader van zorgverlening door medici, medicijnen, diëten of bepaalde hulpmiddelen, in aftrek worden gebracht. De kosten moeten met bewijsstukken kunnen worden onderbouwd. In de praktijk gaat dit nog niet altijd goed. Een onderbouwing van de kosten kan worden gedaan met behulp van facturen, bankafschriften, maar bijvoorbeeld ook met een medische verklaring.
Een belangrijke voorwaarde is verder dat pas een recht op aftrek bestaat als géén vergoeding voor de kosten is verkregen van bijvoorbeeld een zorgverzekeraar. Het wettelijke en vrijwillige eigenrisico is niet aftrekbaar. De kostenaftrek kan daarnaast alleen in aanmerking worden genomen als de aftrekbare kosten uitkomen boven een bepaalde drempel. Deze drempel is inkomensafhankelijk. Voor inkomens tot 41.765 euro geldt in 2020 een drempel van 1,65 procent, en voor het deel van het inkomen boven dat bedrag zelfs van 5,75 procent. Stel dat een belastingplichtige 40.000 euro verdient, dan is de drempel 660 euro. Dit betekent dat er pas een recht op aftrek bestaat als het bedrag van de zorgkosten boven de 660 euro uitkomt.
Begin mei dit jaar heeft het ministerie van Financiën een onderzoeksrapport gepresenteerd. Dit rapport moet een politieke discussie op gang brengen waarin alternatieve keuzes worden gemaakt ten aanzien van knelpunten zoals een steeds hogere lastendruk op arbeid voor werkenden, ongelijke belasting van vermogen, effectiviteit en eenvoud van het huidige systeem.
Eén van de onderwerpen is het afschaffen van de aftrek van zorgkosten. Deze fiscale regeling is volgens het ministerie arbeidsintensief, slecht uitvoerbaar en lastig te handhaven. Voor belastingplichtigen is de regeling, zo is de aanname van het ministerie althans, ingewikkeld waardoor bewust en onbewust oneigenlijk gebruik van de regeling wordt gemaakt.
De aftrek van zorgkosten kost de overheid jaarlijks circa 256 miljoen euro. Daar komen de bedragen van extra heffingskortingen en toeslagen nog bij, van in totaal ook nog eens tientallen miljoenen euro’s. In het onderzoeksrapport wordt logischerwijs dan ook onderkend dat het eventueel afschaffen van de regeling grote inkomenseffecten kan hebben. Dit geldt met name voor belastingplichtigen die recht hebben op toeslagen.
Subsidie
Een gedachte die wordt geopperd is om de huidige regeling om te vormen tot een subsidie. Een minder vergaande variant is het overhevelen van de uitvoering van de aftrek naar een andere organisatie dan de Belastingdienst. Om verschuiving van de problematiek naar een andere uitvoeringsorganisatie echter te voorkomen ligt het voor de hand om de regeling waar mogelijk te vereenvoudigen door aftrekbare posten te schrappen of te werken met een declaratiesysteem.
Het huidige kabinet zal vermoedelijk een beslissing over het voortbestaan van de regeling doorschuiven naar haar opvolgers. Komend jaar volgt dus wellicht meer duidelijkheid.
De auteur is werkzaam bij BDO Belastingadviseurs