Voorarrest verdachte kinderporno per eind juli geschorst
De 32-jarige Lesley L., verdacht van kinderpornobezit en het treffen van voorbereidingshandelingen voor het maken van kinderporno, komt eind deze maand op vrije voeten. De rechtbank in Rotterdam schorst zijn voorarrest met ingang van 31 juli. Dit is donderdag besloten tijdens de tweede regiezitting in zijn strafzaak.
L. woont in Hengelo samen met zijn partner Marthijn Uittenbogaard, oud-voorzitter van de verboden verklaarde pedofielenvereniging Martijn. De zaak tegen L. kwam op gang toen wegens onderzoek naar de mogelijke voortzetting van de pedofielenvereniging begin dit jaar hun huis werd doorzocht. Dit onderzoek loopt nog, de strafzaak tegen L. staat hier los van. “Ik ben niet aangehouden om iets wat ik heb gedaan, maar om wie ik ben”, aldus L., die via een videoverbinding door de rechtbank werd gehoord.
Bij een huiszoeking begin dit jaar is in de woning een kinderkamer ontdekt. Daarnaast werden volgens het OM ook allerlei seksattributen, kinderkleding en -speelgoed aangetroffen. L. zou volgens het OM ook jarenlang seksueel getinte foto’s en films van een minderjarig kind hebben gemaakt. De advocaat van L. sprak van een “onzinnige verdenking” en “stemmingmakerij”. “Het OM is al maanden naarstig op zoek naar bewijs, maar er is nog geen snipper gevonden”, aldus de advocaat. Hij had daarom ook verzocht de voorlopige hechtenis van L. te beëindigen.
De rechtbank willigt dit verzoek niet per direct in, omdat het OM aangaf binnenkort nog een minderjarige te gaan horen. Wie dit zou zijn, wilde het OM nog niet bekendmaken. De rechtbank geeft het OM hiervoor nu tot eind juli de tijd. De rechtbank benadrukte wel dat L. na zijn schorsing op geen enkele wijze contact mag zoeken met de ouders en kinderen die in het strafdossier voorkomen.
Donderdag diende eveneens de pro formazitting - ook via videoverbinding - tegen een oud-lid van Martijn, de 76-jarige A. van den B. uit Haarlem. Hij wordt verdacht van het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno. Het OM liet donderdag weten deze zaak niet meer gezamenlijk te hoeven behandelen met het onderzoek naar de mogelijke voortzetting van Martijn. Zijn advocaat had het verzoek gedaan de voorlopige hechtenis te schorsen omdat de lange duur van het onderzoek een “uitzichtloze” situatie veroorzaakte. Nu de zaak is losgekoppeld, kan voor de zaak van Van den B. echter eerder een zittingsdatum worden ingepland. De rechtbank willigde het verzoek niet in.