Na maanden weer beroepen: „Uitzien naar een predikant”
Maandenlang lag het beroepingswerk stil vanwege de crisis. Inmiddels nemen gemeenten het werk langzaamaan weer ter hand. Al vraagt dat soms aanpassingen.
Vrij abrupt kwam het beroepingswerk in maart tot stilstand. Het houden van ledenvergaderingen werd onmogelijk. En ook in gemeenten waar de ledenvergadering geen rol speelt in het beroepingswerk, besloot men veelal om het beroepen op te schorten.
Inmiddels zijn de eerste versoepelingen een feit en komt ook het beroepen van een predikant weer in zicht, zeker nu sinds woensdag weer honderd personen binnen mogen samenkomen. Onder bepaalde voorwaarden, zoals reservering, geldt ook dat maximum niet meer.
In de Gereformeerde Gemeenten, waar sinds woensdag een kandidaat beroepbaar is, zullen deze week zeker twintig gemeenten een beroep uitbrengen.
Kerkzaal
De mannelijke leden van de gereformeerde gemeente te Middelburg-Zuid komen woensdagavond weer bij elkaar voor een ledenvergadering, vertelt scriba J. Koppejan. De gemeente telt ongeveer 1040 (doop)leden. De ledenvergadering wordt gewoonlijk bezocht door zo’n 130 leden. Gemiddeld beroept de gemeente vijf keer per jaar. Dit jaar is voor het laatst in januari een beroep uitgebracht.
Na de versoepelingen heeft de kerkenraad „vanwege het uitzien naar een eigen predikant” de mogelijkheden besproken om weer te gaan beroepen. „In eerste instantie hadden we de vergadering in tweeën geknipt: een middag- en een avonddeel. Maar dat is niet nodig met de laatste versoepeling. We houden nu één vergadering in de kerkzaal.”
De omstandigheden vragen wel aanpassingen, zegt Koppejan. „Zo zetten leden normaal gesproken hun handtekening bij binnenkomst in een presentieboek. Nu kunnen zij zich laten registreren bij twee kerkenraadsleden die in de hal zitten. Daar krijgen zij een stembriefje dat ze gelijk in een bus kunnen doen. Zo hoeven we geen briefjes door te geven tijdens de vergadering.” Ook vragen stellen is er niet bij, gezien de afstand tussen de aanwezigen. Voor het bespreken van het jaarverslag konden leden daarom van tevoren vragen indienen.
Bijna vijf jaar is de gemeente nu vacant. Het gemis van een eigen predikant werd juist tijdens de coronacrisis gemerkt, zegt de scriba. „We hopen van harte dat de Heere in dit beroep harten wil neigen. En dat het gebed daarvoor ook een plaats heeft in de gemeente.”
Uitstel
In de hersteld hervormde gemeente te Waarder is beroepingswerk een zaak van de kerkenraad, zonder de ledenvergadering, aldus scriba C. E. Noordegraaf. Toch lag ook hier het beroepingswerk stil tot enkele weken terug. „We hadden op 5 maart al besloten om ds. L. W. Ch. Ruijgrok te beroepen als gemeente”, zegt Noordegraaf. „Dat beroep zou zaterdag 14 maart ingaan. In die week gingen de ontwikkelingen rond corona heel snel. We hebben toen als kerkenraad besloten het beroep uit te stellen tot de tijd er meer geschikt voor zou zijn. Het zou voor de beroepen predikant toch ook niet goed mogelijk geweest zijn om kennis te maken.”
Na de eerste versoepelingen in juni zag de kerkenraad de tijd rijp om het beroep alsnog te laten ingaan. Dat gebeurde uiteindelijk op zaterdag 13 juni; komende zaterdag staat de beslissingsdatum gepland. „Alles is anders gegaan dan anders, maar we beleven ook een bijzondere tijd. Maar de Heere regeert en ook het beroepingswerk ligt in Zijn handen. Hij zendt Zijn knechten waarheen Hij wil en wanneer Hij wil.”
Niemand uitsluiten
In de Gereformeerde Gemeenten zijn na de maatregelen veel ledenvergaderingen uitgesteld. Pas sinds de versoepelingen kwamen bij de deputaatschappen die de gemeenten adviseren in coronatijd vragen binnen over het organiseren van ledenvergaderingen en beroepen. Als deputaat vertegenwoordiging en voorlichting en preses van de laatstgehouden synode is ds. P. Mulder betrokken bij de adviezen vanuit het landelijk verband aan plaatselijke kerkenraden.
Een ledenvergadering heeft kerkrechtelijk geen minimum aan leden nodig om wettig te zijn, zegt de predikant. „Formeel gezegd is er eigenlijk sprake van een buitengewone kerkenraadsvergadering, waar ook de manslidmaten bij aanwezig zijn. De kerkenraad nodigt daarvoor uit, en wie wil komen, komt. Wel is het van belang dat een kerkenraad hierbij niemand van de leden mag uitsluiten. Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen: mensen boven de zestig jaar zijn niet welkom. Wel kun je mensen wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid als zij gezondheidsklachten hebben.”
Door de verruimingen van woensdag verwacht ds. Mulder in de meeste gemeenten geen problemen meer om, met de nodige voorzorgsmaatregelen, een ledenvergadering te beleggen. „Vaak is er in de kerkzaal voldoende ruimte om de aanwezigen met afstand een plek te geven.”
Als dat niet mogelijk is, betekent dat nog niet dat een gemeente niet kan beroepen. „Het is ook mogelijk om de stemming over meerdere vergaderingen te verdelen. Wel wordt het dan ingewikkeld als een herstemming nodig blijkt. In zo’n geval moet je de vergaderingen opnieuw bij elkaar roepen.” Ook hoorde de predikant het voorbeeld van een gemeente waar vanwege verbouwingen geen normale vergadering mogelijk bleek. „Daar heeft de kerkenraad de leden uitgenodigd om in alfabetische volgorde langs te komen om te stemmen.”
Noodsituaties
Hoewel het in de Gereformeerde Gemeenten gebruikelijk is bij een beroep de leden te raadplegen, biedt de kerkorde ruimte voor een kerkenraad om zonder de leden een beroep uit te brengen, zegt ds. Mulder. „In de Tweede Wereldoorlog is dat wel gebeurd, toen men niet mocht vergaderen. Toen zijn op die manier ook wel ambtsdragers aangesteld zonder verkiezing. Het kan in noodsituaties, want het is uiteindelijk de kerkenraad die beroept, maar ik zou het niet adviseren. Beroepen hoort via de ledenvergadering te lopen.”
De deputaten hebben de mogelijkheid besproken van het beroepen zonder ledenvergadering, zegt de predikant. „Toen er nog geen versoepelingen in zicht waren, hebben we daar wel over nagedacht. Met name vanuit de vacante gemeenten: als je dan een jaar niet kan beroepen, zou dat geen gezonde situatie zijn. De huidige verruiming waardoor het samenkomen weer mogelijk is, mogen we wel als een bijzondere weldaad zien.”