De predikant die nooit een beroep krijgt
Sommige predikanten zijn met regelmaat in de publiciteit. Hun naam siert vele tweetallen. Er zijn echter ook namen die men in de rubriek beroepingswerk nooit of bijna niet tegenkomt.
Sommige dienstknechten van Christus dienen lange jaren achtereen dezelfde gemeente, zonder dat ze ooit een beroep naar elders krijgen. Onder hen zullen er zijn die daaronder niet gebukt gaan, omdat zij zich met hun gemeente nog altijd gelukkig voelen en omgekeerd de gemeente met hen.Maar de praktijk van het kerkelijk leven is dat een al te lange verbintenis tussen gemeente en haar predikant voor het geestelijk heil van beide partijen fnuikend kan zijn. Vooral op het punt van de zondagse prediking kijkt in zo’n gemeente het gevaar van een zekere verstarring en verstening om de hoek. De kerkdiensten worden dan misschien nog wel trouw waargenomen maar de verrukking over het boeiende en verrassende van de dienst des Heeren op de zondagen neemt af. Maar een beroep kan niet worden geforceerd.
Het uitblijven van een beroep kan verschillende oorzaken hebben. Leeftijd? Onvermogen om boeiend te preken? Ten onrechte verspreide geruchten over een wat nonchalante opvatting van de pastorale taak? Een kleine oneffenheid in de ambtelijke loopbaan? Of –wat ook mogelijk is– te geringe bekendheid in de kerken omdat men op het bredere front van het kerkelijk leven steeds een bescheiden opstelling kiest en niet overal met de vlag vooroploopt?
Men kan al deze dingen natuurlijk afdoen met de stelling dat God Zijn dienstknechten ergens plaatst en op Zijn tijd wegen naar elders zal openen wanneer Hij dat wil of wegen gesloten zal houden als Zijn heilige wil dat beter acht.
Dat is natuurlijk waar, maar alles is er niet mee gezegd. Ook hier kan de wil van de Heere zich realiseren door onze menselijke verantwoordelijkheid heen.
En daarom is het aan te raden aan kerkenraden van vacante gemeenten: ga bij uw overwegingen rond het beroepingswerk niet met een zekere vanzelfsprekendheid voorbij aan de namen van die predikanten die om welke reden dan ook niet veel in circulatie zijn. Het zijn misschien niet allemaal zulke sterke figuren op de kansel, maar er kunnen uitstekende herders onder zitten. En dat is vandaag van heel groot gewicht.
In een kerkblad stond enkele dagen geleden het volgende te lezen. „Zondag zijn we als gemeente na de morgendienst bijeengekomen voor de verkiezing van ds. X uit Y. De uitslag was teleurstellend, zowel voor ds. X als voor de kerkenraad. De voorgeschreven 75 procent werd niet gehaald. De gemeente heeft gesproken en de gemeente beslist en zo hoort het.”
Zo hoort het niet. Het verkennende werk van kerkenraad en hoorcommissie is niet toereikend geweest om hier een beroep bij enkelvoudige kandidaatstelling verantwoord te laten zijn. De geschiedenis van de kerken telt meer voorbeelden van deze mislukte methode…