Binnenland

Uitspraak Hoge Raad over terughalen IS-vrouwen en hun kinderen

De Hoge Raad doet vrijdag uitspraak in de zaak over het terughalen van IS-vrouwen en hun kinderen uit Noord-Syrië. Vorig jaar spande een aantal vrouwen een kort geding aan tegen de Nederlandse Staat omdat zij en hun kinderen in erbarmelijke en gevaarlijke omstandigheden in opvangkampen voor IS-vrouwen in Noord-Syrië verblijven. Via een kort geding wilden zij gedaan krijgen dat de Staat zich met spoed inspant om hen met hun kinderen naar Nederland te halen.

ANP
26 June 2020 03:31Gewijzigd op 16 November 2020 19:41

De rechtbank bepaalde dat Nederland al het nodige moest doen om in elk geval de kinderen te repatriëren. In hoger beroep besliste het gerechtshof in Den Haag anders: de rechter mag niet op de stoel van de politiek gaan zitten. De overheid heeft „beleidsvrijheid”, aldus het hof, en de rechter moet zeer terughoudend zijn met ingrijpen. Tegen deze beslissing tekenden de advocaten van de betrokken beroep in cassatie aan bij de Hoge Raad.

In een advies aan de raad schreef de advocaat-generaal dat de IS-vrouwen en hun kinderen niet moeten worden teruggehaald. Wel vindt hij dat de Staat per geval moet beoordelen of repatriëring een mogelijkheid is, zeker ten aanzien van de kinderen. Maar dat is niet de inzet van de door de vrouwen aangespannen zaak. In de procedure hebben zij geëist dat de hele groep vrouwen en kinderen gezamenlijk wordt teruggehaald, niet de kinderen alleen. Daarmee is volgens de AG de rechtmatigheid van het repatriëringsbeleid van de overheid het centrale punt van de zaak geworden en niet het beleid in individuele gevallen.

De vrouwen zijn enkele jaren geleden naar IS-gebied in Syrië of Irak vertrokken. Een aantal kinderen is meegereisd, een aantal is daar geboren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer