Antillen: Meevliegen douane helpt niet
Het openbaar ministerie van de Nederlandse Antillen ziet weinig in het plan van justitie om beambten van marechaussee of douane mee te laten vliegen op vluchten tussen Amsterdam en Curaçao.
„De Antilliaanse douane is gekwalificeerd en deskundig genoeg om bolletjesslikkers eruit te pikken. De marechaussee kan hier naar mijn mening geen rol van betekenis spelen”, zegt advocaat-generaal B. Swagerman van het OM in Willemstad.
Het eigenlijke probleem van de Antillen is de zeer beperkte opvangcapaciteit voor aangehouden bolletjesslikkers. Daarom controleert de douane op Curaçao sinds enige weken niet meer op bolletjesslikkers die op het vliegtuig naar Amsterdam stappen.
Zolang er geen ruimte beschikbaar is waar de drugskoeriers een paar dagen kunnen verblijven om de bolletjes uit te scheiden, heeft het weinig zin de marechaussee in te schakelen voor meer aanhoudingen, meent Swagerman.
Swagerman zegt wel begrip te hebben voor het standpunt van KLM-directeur L. van Wijk, die dreigt de vluchten op Curaçao stop te zetten als er nog één bolletjeskoerier aan boord overlijdt. „Ik vraag me af om hoeveel sterfgevallen het gaat, maar op zich is het wel begrijpelijk dat de KLM hiermee zit. Het is een enorm risico dat een bolletje knapt en dat daardoor iemand aan boord overlijdt”.
Het dreigement van Van Wijk moet volgens KLM-woordvoerder H. Baas worden gezien als het stellen van een daad. De KLM voert negentien vluchten per week uit naar of via Curaçao. „Iedere vlucht stel je je personeel en de passagiers bloot aan circa zestig bolletjesslikkers die uit hun dak kunnen gaan, de cabine bevuilen of in het ergste geval in hun stoel overlijden. Van Wijk heeft dit gezegd omdat voor de KLM de maat nagenoeg vol is”, aldus Baas.
Het komt niet vaak voor dat een bolletjesslikker aan boord overlijdt. Voorzover bekend zijn er sinds 1997 negen op Schiphol overleden. Ruim anderhalve maand geleden overleed een slikker aan boord van een vlucht van Sobelair.