Binnenland

Johan Schouten: Moeilijk als ik zie hoe andere Elspeters veel sneller opknappen

Twee weken lag Johan Schouten (53) met corona op de intensive care. Maanden heeft de Elspeter rijschoolhouder nodig om te revalideren. Het is de vraag of hij weer helemaal de oude wordt.

24 June 2020 14:07Gewijzigd op 16 November 2020 19:40
Elspeter Schouten krijgt tijdens spieroefeningen instructies van fysiotherapeut Stegehuis.  beeld André Dorst
Elspeter Schouten krijgt tijdens spieroefeningen instructies van fysiotherapeut Stegehuis.  beeld André Dorst

„Je bent kortademig. Blaas rustig uit”, bindt fysiotherapeut Susan Stegehuis de boomlange Johan Schouten op het hart. Hijgend zit hij begin juni op een hometrainer in de sportzaal van Fysio Holland in Elspeet.

„Mijn conditie is naar nul gegaan”, zegt Schouten, kalm doortrappend. Eind maart belandde hij met ernstige coronaklachten op de intensive care. Daar lag hij zo’n twee weken. „Ik probeer mijn spierkracht weer op te bouwen. Maar dat gaat heel langzaam. Ik ben acht weken van de ic, maar de minste inspanning kan me nog de grootste moeite kosten.”

Zittend op een stoel blaast Schouten uit. „Probeer je nek en schouder te ontspannen. Adem diep in. Ook tijdens het praten moet je lucht goed uitblazen”, adviseert fysiotherapeut Stegehuis.

Langzaam maar zeker beginnen de revalidatie-oefeningen hun vruchten af te werpen, merkt Schouten. „Ik heb wat meer kracht om de dop van een pak melk open te draaien en loop vlotter de trap op dan een paar weken geleden.”

Somber

Op een ander apparaat oefent Schouten zijn armspieren. „Hou je rug mooi recht”, instrueert Stegehuis. „Mooi zo, die ademhaling.”

Het halfuur in de sportschool biedt Schouten ook gelegenheid om zijn hart te luchten. „Vorige week was ik depri en somber. Nu gaat het weer iets beter.”

„Hou daar aan vast. Dat is belangrijk”, reageert de fysiotherapeut.

„Gisteren hebben mijn vrouw en ik na ziekenhuisbezoek door de winkelstraten van Harderwijk geslenterd. Thuis heb ik daarna twee uur geslapen”, zegt Schouten.

„Goed dat je een leuke middag had en er even uit bent geweest”, zegt Stegehuis. Ze tikt tegen de zijkant van haar hoofd. „Dat is ook belangrijk”, hint ze op het mentale welbevinden van de Elspeter.

„Fietsen met elektrische ondersteuning gaat best goed”, vertelt de rijschoolhouder. „Ik kan prima een aantal kilometer achter elkaar rijden. Met een gangetje van 17 kilometer per uur. Maar als ik dan thuis op de bank ga zitten, slaat de vermoeidheid toe. Dan is het klaar.”

Koorts

Wat een ontsteltenis, zaterdag 21 maart. Rijschoolhouder Johan Schouten moet met spoed naar het St Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk. Al dagen tobben hij en zijn vrouw Jenny met coronaverschijnselen. Hondsberoerd voelen ze zich. Bij Johan loopt de koorts op tot 41 graden. Ook is hij kortademig. „Ik kon nog lopend de ambulance inkomen, maar belandde diezelfde dag op de ic van het St Jansdal Ziekenhuis”, blikt de Elspeter na het fysio-halfuur in zijn woonkamer terug op ingrijpende maanden. In totaal ligt Schouten 3,5 weken in het ziekenhuis. Eerst in Harderwijk, later in Groningen.

„Ik had amper tijd om afscheid van Johan te nemen en kon hem alleen nog wat spullen meegeven”, zegt Jenny. „Ik had de angst dat Johan zou sterven. Later zei een arts: Uw man heeft op de rand van de dood gelegen. Gelukkig heb ik in die dagen sterk de ondersteuning van de Heere ervaren.”

Begin april ontwaakt Johan Schouten op de ic in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het is voor de Elspeter een bizarre ervaring in Harderwijk te zijn opgenomen en in Groningen wakker te worden. „Ik had tot dan niets meegekregen van de twee weken dat ik in Harderwijk en in Groningen op de ic lag. Toen ik op mijn telefoon keek, stonden er meer dan 400 appjes op. Toen realiseerde ik me dat er iets ernstigs was gebeurd.”

Krukje

Al snel merkt de Elspeter rijschoolhouder, verbonden aan de gereformeerde gemeente in Elspeet, dat hij ernstig is verzwakt. „Toen ik wakker werd op de ic, had ik het gevoel dat ik één nacht had geslapen. Ik dacht: Ik stap zo het bed uit. Maar dat lukte dus niet. Mijn benen hadden de kracht er niet voor.”

Na een dag of drie lukt het Schouten voorzichtig om vooruit te schuifelen. „Dat ging met vallen en opstaan”, lacht hij. De eerste keer doucht de rijschoolhouder zittend op een krukje. „Het stukje van de douche terug naar mijn bed was best eng, want die paar meter kon ik me nergens aan vasthouden.”

In het UMCG krijgt Schouten bijstand op verschillende fronten. Een fysiotherapeut helpt hem met allerlei oefeningen, bijvoorbeeld het trainen van arm- en beenspieren.

Met hulp van een logopedist leert hij stukje bij beetje weer slikken en praten. „Door de kunstmatige beademing kon ik dat niet meer. Ik deed slikoefeningen, bijvoorbeeld door een stukje ontbijtkoek of een biscuitje op te kauwen en door te slikken. Een van mijn longkleppen was stil komen te liggen. Door te praten, werd die klep weer meer geactiveerd.”

Ook een diëtist biedt hulp. „De eerste dagen kreeg ik drank in verdikte vorm, anders zou de vloeistof zo rechtstreeks mijn longen inlopen. Een dag of vier nadat ik van de ic kwam, kon ik weer van lieverlee een broodje eten. ’s Morgens at ik vaak kwark, vanwege de eiwitten.” De diëtist helpt Schouten ook aan zakjes eiwitten, waarmee hij sneller moet aansterken.

Machteloos

Als Schouten uit het ziekenhuis wordt ontslagen, gaat hij thuis verder oefenen op een hometrainer. Een paar weken later kan hij trainen bij Fysio Holland in Elspeet. Ook dan staan een diëtist en logopedist hem met raad en daad terzijde.

Niet alleen fysiek krijgt de rijschoolhouder een stevige knauw. Ook mentaal hakt de coronaziekte er in. Mede daarom heeft Schouten gesprekken met een psycholoog. „Ik voel me soms best machteloos”, zegt Schouten. „Mijn genezingsproces gaat langzaam. Ik vind het moeilijk als ik zie hoe andere coronapatiënten uit Elspeet veel sneller weer opknappen. Zo aan de buitenkant is aan mij niet te zien dat ik nauwelijks conditie heb en heel snel moe ben. Ik zit daar vaak over te piekeren en ben bang dat mensen denken: Waarom kan die man niet aan het werk? Hij kan toch ook een rondje fietsen?”

Na zijn trainingen afgelopen tijd bij de fysiotherapiepraktijk in Elspeet, begon Schouten deze week aan een revalidatietraject van zes weken in het St Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk. Twee middagen per week gaat hij daar oefenen. Ook in Harderwijk krijgt de Elspeter advies van een fysiotherapeut, diëtist en logopedist.

Vurig hoopt Schouten dat hij in september de rijlessen weer kan oppakken. „Ik wil het liefst dat alles zo snel mogelijk weer normaal is.” Al wil de Elspeter, die vroeger vrachtwagenchauffeur was en vijftien jaar geleden met een burn-out kampte, geen ellenlange weken meer maken. Zijn vrouw: „De tijd van alleen maar werken is hopelijk voorbij. Daar ben ik blij om.”

„Covidpatiënt houdt lang last van longen”

Coronapatiënten die van de intensive care afkomen, tobben vaak maandenlang met longproblemen. Dat zegt Catja Dijkstra, revalidatie-arts bij revalidatiekliniek De Hoogstraat in Utrecht.

„Covid-patiënten die voorheen fit en vitaal waren, zijn na hun ic-opname vaak snel moe en kortademig. Ze kunnen bijvoorbeeld niet meer zo snel de trap oplopen”, zegt Dijkstra.

De Hoogstraat lanceerde recent een revalidatiebehandelprogramma voor coronapatiënten die langere tijd op de ic lagen. Gemiddeld liggen covid-patiënten drie weken op de ic. De kliniek stelde het protocol via internet beschikbaar voor andere revalidatiecentra.

De Hoogstraat verdeelt coronapatiënten die van de ic afkomen in drie groepen: mensen met last van longproblemen, personen die kampen met spierzwakte en zenuwbeschadiging en patiënten met geheugenproblemen. In de praktijk worstelen covid-patiënten vaak met een combinatie van klachten.

Van spier- en zenuwbeschadiging herstellen covid-patiënten na hun ic-opname doorgaans veel sneller dan van hun longproblemen, merkt Dijkstra, die betrokken was bij het opstellen van het covid-behandelprogramma.

Paar pasjes

In De Hoogstraat proberen fystiotherapeuten, sporttherapeuten, psychologen, logopedisten en ergotherapeuten de covid-patiënten er weer bovenop te helpen. De coronapatiënten krijgen onder meer ademhalingsoefeningen en spiertrainingen, bijvoorbeeld in het zwembad. Behandeling is maatwerk, benadrukt Dijkstra. „De ene patiënt komt veel zwakker van de ic dan de andere. Sommigen hebben moeite een tijdje rechtop in bed te zitten en kunnen nauwelijks een paar pasjes lopen.”

Sowieso tobben mensen die langere tijd op een ic lagen vaak met een post-ic-syndroom. Zo heeft 60 procent van hen een jaar na de ic-opname last van forse fysieke klachten en 30 procent worstelt na een halfjaar met angstklachten. „Die cijfers gelden hoogstwaarschijnlijk ook voor covid-patiënten. Vermoedelijk zullen ook zij lang last hebben van angst en depressieve gedachten”, zegt Dijkstra.

Dat corona ook voor mensen die niet in het ziekenhuis belandden, ingrijpende gevolgen heeft, blijkt uit recent onderzoek van het Longfonds en CIRO, een kenniscentrum dat is gespecialiseerd in behandeling van mensen met chronische longaandoeningen. Bijna drie maanden na de eerste symptonen van corona heeft een groot deel van de patiënten nog ernstige klachten. Mensen kampen met vermoeidheid, kortademigheid, druk op de borst, hoofdpijn en spierpijn. Ruim 9 op de 10 mensen heeft problemen met simpele dagelijkse activiteiten. Van de 1622 mensen die meewerkten aan het onderzoek heeft 91 procent nooit in het ziekenhuis gelegen vanwege corona, bij 43 procent is geen diagnose vastgesteld door een arts.

Ingeperkt

Voor De Hoogstraat waren de afgelopen paar maanden „heftig”, benadrukt Dijkstra. De kliniek had uiteindelijk ongeveer veertig ex-covid-patiënten afkomstig van een ic binnen de poorten. „We wilden hoe dan ook voorkomen dat er een corona-uitbraak in ons centrum zou komen. Dus moest bijvoorbeeld de bezoekregeling fors worden ingeperkt en werd van mensen in de kliniek twee keer per dag de temperatuur gemeten. Gelukkig kwam die uitbraak tot dusver niet. Eén patiënt die besmet bleek met het virus is in isolatie geplaatst.”

In De Hoogstraat tobben covid-patiënten weliswaar met hun conditie, toch heerst er doorgaans wel een „positieve sfeer”, zegt Dijkstra. „Als mensen bij ons komen, betekent dat immers dat ze de ziekte hebben overleefd. Hier zien ze vaak hun geliefden weer voor het eerst in weken. Dat zorgt voor emotionele taferelen. Onze patiënten werken aan hun herstel. Dagelijks komen ze een stapje dichterbij huis.”

Meer over
Nederland
Corona

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer