Vier Haagse wijken willen vreugdevuur bij jaarwisseling
Vier wijken in Den Haag willen bij de komende jaarwisseling een houtstapel opbouwen en in brand steken. Scheveningen en Duindorp hebben een vergunning aangevraagd, Laak en Escamp doen dat binnenkort waarschijnlijk. Het is nog niet duidelijk of de vreugdevuren überhaupt kunnen doorgaan, dat hangt onder meer af van de coronabeperkingen. Evenementen zijn voorlopig verboden.
Afgelopen jaarwisseling waren er geen vreugdevuren. De organisatoren kregen geen vergunning van de gemeente, onder meer omdat ze geen verzekering konden afsluiten. Het jaar daarvoor, op 1 januari 2019, ging het mis bij het vreugdevuur op het strand bij Scheveningen. De wind blies de smeulende deeltjes naar het dorp. Daardoor ontstond groot gevaar en veel schade. De houtstapels van Scheveningen en Duindorp waren veel hoger dan afgesproken, maar de gemeente deed daar te weinig tegen. Die conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid leidde tot het opstappen van burgemeester Pauline Krikke.
Om herhaling te voorkomen, gelden er nu strenge regels. Zo mogen de vuurstapels op het strand (Duindorp en Scheveningen) maximaal 10 bij 10 bij 10 meter groot zijn. In Laak en Escamp, tussen de huizen, mag een stapel hooguit 5 bij 5 bij 3 meter zijn. De bouwers mogen ook geen hulpmiddelen gebruiken waardoor de stapel sneller in brand vliegt.
Vroeger had vrijwel elke straat in Den Haag zijn eigen vreugdevuur. Bewoners gingen kerstbomen ‘rausen’ en maakten daar hoge stapels van. Dat leidde elk jaar tot rellen en schade. Daarom werden de vuren in de jaren negentig verplaatst en centraal georganiseerd.