Binnenland

In bijzonder onderwijs zit meeste jeugd

In het bijzonder onderwijs zit 70 procent van de basisschoolkinderen. Slechts drie op de tien kinderen gaan naar een openbare school.

Onderwijsredactie
27 September 2004 11:36Gewijzigd op 14 November 2020 01:41

Dat blijkt uit cijfers over het afgelopen schooljaar die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Maandagmorgen openbaar maakte. Eenderde van de ruim 1,5 miljoen leerlingen in het basisonderwijs krijgt les op een rooms-katholieke school, ruim 27 procent gaat naar een school met een protestants-christelijke levensbeschouwing, zo’n 31 procent zit op een openbare school en de resterende 8 procent op een school met een andere levensbeschouwelijke richting.

In Groningen en Drenthe gaat ruim de helft naar een openbare school. In Noord-Brabant en Limburg is dat slechts een op de zes. In deze zuidelijke provincies zit ongeveer 70 procent op een rooms-katholieke school. In Friesland en Zeeland gaan relatief veel kinderen naar een protestants-christelijke basisschool.

In alle provincies bevinden zich openbare, rooms-katholieke en protestants-christelijke basisscholen. Het aantal scholen dat vanuit een andere dan deze drie richtingen basisonderwijs gaf, was het grootst in Noord- en Zuid-Holland. Zo zijn in deze provincies 24 van de 41 islamitische scholen in Nederland gevestigd en 19 van de 37 interconfessionele basisscholen.

De vier hindoebasisscholen die Nederland telt, staan allemaal in Zuid-Holland. Daarnaast herbergt deze provincie onder meer eenderde van de 131 reformatorische basisscholen. In Noord-Holland zijn de enige 2 Joodse basisscholen van het land gevestigd.

In het schooljaar 2003-2004 telde Nederland 7163 vestigingen voor het basisonderwijs. Per vestiging kregen gemiddeld 216 kinderen les. Dat is een ruim een kwart meer dan in het schooljaar 1990-1991.

Openbare scholen zijn met gemiddeld 201 leerlingen per vestiging kleiner dan bijzondere scholen. Van de bijzondere scholen waren de hindoescholen met gemiddeld 361 leerlingen per vestiging veruit het grootst. Ook de rooms-katholieke en de interconfessionele vestigingen waren met bijna 250 leerlingen per vestiging bovengemiddeld groot. De islamitische basisscholen telden gemiddeld 204 kinderen per vestiging.

Reformatorische scholen tellen gemiddeld rond de 225 leerlingen. De vestigingen van gereformeerd vrijgemaakte scholen telden het kleinste aantal leerlingen: gemiddeld 165. In het basisonderwijs zijn zeven vestigingen die bestaan uit een combinatie van openbaar en bijzonder onderwijs. Ook zij behoorden met gemiddeld 181 leerlingen tot de kleinere scholen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer