Minder corona te vinden in het riool
Het coronavirus is steeds minder te vinden in het rioolwater. Dat past bij de daling van het aantal besmettingen, het aantal ziekenhuisopnames en het aantal coronapatiënten op de intensive care, laat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) weten.
Het RIVM controleert wekelijks het rioolwater op 29 plekken. Daar gaan de uitwerpselen van een kwart van de Nederlanders doorheen. In die uitwerpselen en het rioolwater kan het coronavirus voorkomen. Door dat te meten, kan het RIVM anoniem ontdekken of het coronavirus veel voorkomt. Begin maart nam de hoeveelheid virus in het rioolwater snel toe, ook op plekken waar toen nog geen gevallen bekend waren. In deze periode verspreidde het virus zich snel. Eind maart en begin april was de crisis op zijn hoogtepunt. De daling daarna is ook terug te zien in een rioolwater.
Op sommige plekken, waaronder Amersfoort en Assen, is al een tijdje geen coronavirus meer gevonden in het rioolwater.
Als over een tijdje een tweede golf komt, hoopt het RIVM dit snel te ontdekken via het rioolwater, zodat de overheid vroeg kan ingrijpen. Daarom gaan de metingen door. Bovendien wil het RIVM kijken of het uit de metingen kan achterhalen hoeveel besmettingen er echt in een gebied zijn, dus hoeveel mensen het coronavirus onder de leden hebben zonder dat ze het weten.
Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) wil dat het RIVM de tests uitbreidt. Het instituut zou het rioolwater in alle 352 zuiveringsinstallaties in Nederland dagelijks moeten meten. Voor 1 september moet dit geregeld zijn. Die informatie kan worden meegenomen in het zogeheten coronadashboard. De overheid gebruikt die gegevens om te kijken of maatregelen kunnen worden versoepeld of juist moeten worden aangescherpt. Daarvoor kijkt het kabinet onder meer naar het aantal ziekenhuisopnames en het reproductiegetal.