Gevonden lichaam blijkt van vermiste surfer
Het stoffelijk overschot dat donderdagochtend in de haven van Scheveningen is gevonden, is van de al weken vermiste 23-jarige surfer uit Delft. Dat is na identificatie duidelijk geworden, meldt de politie. De familie van de man is inmiddels geïnformeerd.
Twee wandelaars zagen rond 10.40 uur een lichaam tussen de rotsblokken bij het Noordelijk Havenhoofd liggen. Zij waarschuwden direct de hulpdiensten.
Bij Scheveningen kwamen op 11 mei vijf surfers om het leven. Een 30-jarige en 38-jarige man uit Den Haag bezweken die maandagavond aan hun verwondingen toen ze op de kant waren gehaald. De lichamen van een 24-jarige man uit Den Haag en een 22-jarige man uit Delft werden een dag later geborgen. Het stoffelijk overschot van de vijfde surfer dreef weg tijdens een bergingspoging.
Defensie zette de eerste dagen van de zoektocht naar de vijfde surfer een duikteam en een onderwaterrobot met sonar in. Ook een politiehelikopter vloog bij de kust. De zoektocht leverde niets op.
„Met de vondst van het laatste, vijfde, slachtoffer van het surfongeval van 11 mei komt een eind aan de onvoorstelbare onzekerheid van zijn familie en vrienden. Het verdriet wordt er niet minder om en wij leven intens met hen mee”, schrijven burgemeesters Johan Remkes (Den Haag) en Marja van Bijsterveldt (Delft) in een gezamenlijke verklaring. „De afgelopen weken is de zoektocht nooit echt gestaakt en hiermee kan dat deel van het drama nu worden afgesloten. De families en vrienden van alle slachtoffers delen een verdrietige geschiedenis en kunnen rekenen op onze steun.”
Vrijdag moet duidelijker worden waar het precies misging met de surfers. Dan komen de eerste onderzoeken beschikbaar, meldt de gemeente Den Haag.