Donorconferentie Jemen levert veel minder op dan gevraagd
Een internationale donorconferentie voor Jemen heeft ongeveer de helft van het gevraagde bedrag opgeleverd. De Verenigde Naties maakten bekend dat donors ongeveer 1,35 miljard dollar (1,2 miljard euro) hebben toegezegd voor humanitaire hulp, terwijl was gevraagd om 2,41 miljard dollar.
De VN zeggen dat dringend geld nodig is voor „cruciale” hulpverlening in de komende maanden. Het gaat onder meer om programma’s om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. „Dit is een race tegen de klok”, waarschuwde VN-topman António Guterres.
In Jemen woedt een burgeroorlog en zo’n 80 procent van de bevolking is aangewezen op humanitaire hulp. De situatie dreigt verder te verslechteren nu ook het coronavirus om zich heen grijpt. Guterres waarschuwde dat de sterftecijfers door de virusuitbraak in de havenstad Aden „tot de hoogsten in de wereld” lijken te behoren.
VN-coördinator voor Jemen Lise Grande zei voor de conferentie dat de hulpverlening dramatisch teruggeschroefd zou moeten worden als landen minder dan 1,6 miljard dollar beschikbaar stellen. Dan is er volgens haar onvoldoende geld beschikbaar voor voedselhulp, de zorg, schoon water en andere projecten.
Saudi-Arabië, dat de regering van Jemen steunt met luchtaanvallen, had zo’n 500 miljoen dollar toegezegd. Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland stellen respectievelijk 201 miljoen en 140 miljoen beschikbaar. Die twee landen riepen de strijdende partijen in Jemen op het conflict onmiddellijk te beëindigen.