De onderwijsinstellingen ontvangen binnenkort bezoek van de controledienst van het ministerie van Onderwijs om vast te stellen of ze ten onrechte geld hebben gekregen, en zo ja hoeveel. Dat kondigt staatssecretaris Rutte, verantwoordelijk voor het hoger onderwijs, aan in een brief die hij woensdag naar de Tweede Kamer stuurde.

Volgens een woordvoerder van de staatssecretaris staat bij tien van de twintig overtredende instellingen vrijwel vast dat ze het niet zo nauw nemen met de voorschriften. De instellingen hebben namelijk laten weten dat ze het niet eens zijn met de bekostigingsregels. Bij de andere tien instellingen heeft de bewindsman een vermoeden dat ze hebben gesjoemeld.

Dit voorjaar constateerde een commissie onder leiding van oud-GPV-kamerlid Schutte dat instellingen voor het middelbaar beroepsonderwijs, universiteiten, maar vooral hogescholen geen juiste gegevens aan de overheid verstrekten over studentenaantallen. Ze streken daardoor ten onrechte 58 miljoen euro op.

Rutte wil een groot deel daarvan terugvorderen. Het geld zou aanvankelijk worden verdeeld over de instellingen die geen fouten hadden gemaakt, maar gezien de tekorten van de overheid, vloeit het geld terug in de staatskas.

De commissie-Schutte voert momenteel een vervolgonderzoek bij zeven instellingen. Die werkten aanvankelijk zo tegen dat zij niet konden worden meegenomen in het eindverslag. Rutte schrijft aan de Kamer dat dit vervolgonderzoek tussen de 2 en 2,5 miljoen euro gaat kosten. Het eerste onderzoek kostte ruim 10 miljoen euro.