Burgers dienden begin deze maand een verzoek in om een volksraadpleging te houden over de aanleg van een gokautomatenhal bij het nog te bouwen stadion van FC Zwolle. De lokale politiek wees het verzoek op basis van de referendumverordening af, waarop de inwoners bij de Raad van State in beroep gingen. Die oordeelde dat Zwolle geen verordening heeft die voorziet in een correctief raadgevend referendum en dat de Tijdelijke referendumwet daarom onverkort van kracht is.

Zwolle moet zich dan ook houden aan de soepelere voorwaarden die in de wet worden genoemd. Daarin staat dat het burgercomité binnen drie weken 300 handtekeningen van kiesgerechtigde Zwollenaren moet inleveren. Daarna hebben de inwoners van Zwolle nog eens zes weken om het aantal handtekeningen op 5000 te brengen. Als dat aantal binnen de termijn wordt gehaald, is het referendum een feit.

Willen de initiatiefnemers tot het referendum hun gelijk halen, dan moet de meerderheid van de kiezers tegen de gokhal stemmen. Die meerderheid moet dan wel bestaan uit 25.508 kiezers, ofwel 30 procent van het totale aantal mensen met stemrecht in Zwolle.

Het college en de meerderheid van de Zwolse raad zijn tegen het referendum, omdat ze vrezen dat bij een afwijzing van de gokhal ook de komst van het stadion in gevaar komt.

De Zwolse SoW-kerken toonden zich eerder per brief aan de raad tegenstander van de gokhal. Het toestaan van de automaten strijdt volgens hen met het plaatselijk verslavingsbeleid, wat vooral beperking van het aantal coffeeshops inhoudt. „Wij worden in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van gokverslaving. De schulden van betrokkenen zijn vaak zo hoog opgelopen, dat men door niemand meer geholpen kan worden, waardoor voor hen de kerk vaak hun laatste hoop is”, aldus de brief.